Encounters in Stereo

14 jaar moet ik geweest zijn, toen ik mijn eerste stereoketen kreeg. Hifi toren werd het toen ook wel genoemd, en het kwam inderdaad met een gammel zwartgelakt meubel, waarin netjes de versterker, de tuner, en de cassettespeler pasten, en waar bovenop was plaats was voor de platenspeler. Mijn versie was geheel en al Philips, inclusief de luidsprekers.

Na een paar jaar heeft de platenspeler moeten wijken voor de oude Dual van mijn moeder, die toch stukken beter klonk dan de lichtgewicht Philips. Niet lang na de aankoop sneuvelden ook de luidsprekers –versterker te luid gezet– en die werden vervangen door net dezelfde: “je moet je muziek maar stiller zetten, want je krijgt geen nieuwe meer,” was een effectieve manier om een draagbare geluidssterkte in huis te garanderen. Later werd ook de versterker vervangen, door een Kenwood, en kwam er een Sony CD speler bij –en prompt werd de platenspeler naar zolder verbannen.

De stereo heeft dienst gedaan tot mijn 21e, toen ik voor mijn verjaardag een NAD combinatie cadeau kreeg (receiver + CD speler). Ik was er totaal over in de wolken. Hoewel de luidsprekers dezelfde Philips bleven, was het geluid dat door de NAD werd geproduceerd totaal anders. En beter. Geen twijfel aan. Tot mijn dertigste heb ik van de set kunnen genieten. Toen skipte de CD speler niet alleen meer en meer tracks, maar ook ganse CDs, en was het tijd voor wat nieuws. En dat was rap gevonden (en er was lang genoeg voor gespaard).

Want hoewel ik steeds (meer dan) tevreden was gebleven over mijn NAD, ging ik van ongeveer mijn 25e trouw elk jaar de nieuwe B&O catalogus halen bij Van de Loock op het Laurentplein. Zeer vriendelijke mensen, die mij nooit vanuit de hoogte bekeken, en ook nooit een opmerking maken over het feit dat ik wel trouw de catalogus kwam halen, maar nooit iets kocht. Tot mijn 32e verjaardag.

Ergens rond die verjaardag, in december, stapte ik met Tessa en Henri de winkel binnen, ervan overtuigd gewoon de nieuwe catalogus op te halen. Tessa was ondertussen ook onder de indruk geraakt van het merk (het heeft een hoge WAF, wordt wel eens beweerd), en een uurtje of zo later, zijn we de winkel buitengestapt, niet alleen met de nieuwe catalogus, maar tevens met de bestelbon voor een Beosound 3000 en een paar Beolabs 4000 (die ondertussen vervangen zijn door Beolabs 8000). Het gebruiksgemak is fenomenaal, de afstandsbediening de beste die ik ooit heb gebruikt (of gezien). En wat een verschil met het geluid van de NAD set (mag ook, voor het prijsverschil –ik zie het u al denken).

In gans dit verhaal was er echter maar één probleem: we hadden nergens een geschikte luisterruimte. De set stond opgesteld in de woonkamer, en aan de voorkant grenst die aan de toch wel drukke straat. Er waren nog andere ruimtes die voor luisterruimte in aanmerking kwamen, maar het leek ons een beetje idioot de set weg te halen uit de plaats waar het meeste verbleven. Maar ik heb dus nog (bijna) nooit onder optimale omstandigheden naar de set kunnen luisteren.

Tot we vorig jaar plots genoodzaakt waren ons dak te hernieuwen. Niet alleen zouden de pannen vervangen worden, maar er zou een heus onderdak komen, en de ruimte zou geïsoleerd worden (niet alleen warmer, maar ook stiller), en, en… welk een potentieel. Consider the possibilities.

Dus begon ik te plannen. En te zoeken. Ondertussen waren er andere luidsprekers voor mijn oude NAD set, die niet echt geschikt was om die (modernere) luidsprekers in kwestie aan te spreken, en bovendien ook bijna geen CDs meer kon afspelen. Maar na een jaar kwam er ook een vloer op de zolder, en een oude zetel en een oude tafel, en had ik genoeg beluisterd en besprekingen gelezen om mijn keuze te maken.

Om nu eindelijk op de vraag te antwoorden. Dit is de luisterruimte (waar een fisheye allemaal niet goed voor is –klikken voor groter):

de zolder

De luidsprekers zijn B&W DM604 S3 (en het eerste wat ik zou vervangen, maar ik vrees dat ik mijn budget voor lange tijd heb opgesoupeerd). De CD speler is de AH! Njoe Tjoeb 4000; zoals ik eerder al berichtte, een gemodificeerde Marantz CD-4000 met o.a. twee buizen in de output stage. Mijn grote trots is echter de PrimaLuna Prologue Two versterker (van Nederlandse oorsprong –in China gemaakt– maar de meeste informatie vind je bij Upscale Audio in de USA):

de zolder

(Niet alleen verschrikkelijk goed om naar te luisteren, maar mag gerust ook gezien worden.)

Voila. Een beetje langer dan voorzien (inclusief een waarschijnlijk geheel nutteloze inleiding), maar hier hebt ge het allemaal. Hopelijk heb ik u niet te veel verveeld.

gent verwent

Ask, and you shall receive. Met dat motto in het achterhoofd, vuurde ik e-mailsgewijs een paar vraagjes af op het gent.blogt team.

Proficiat met jullie weblog. Hoe zijn jullie op het idee gekomen?

Dankuwel! Smetty liep al een tijdje met het idee rond om met een paar mensen samen te gaan bloggen over één bepaald onderwerp, en gooide al eens een balletje op bij een paar mensen, de laatste maanden. Zo ook tegen mij toen we ooit een gesprek hadden over Gent, en hoe fantastisch onze stad is. Ik was onmiddellijk te vinden voor het idee en toen ik erover vertelde tegen een goede vriendin, Lena, was die ook direct laaiend enthousiast. Van toen af was het een kwestie van vorm geven en brainstormen met ons drie, en natuurlijk ook veel praten met mensen uit onze omgeving, die heel wat ideeën aanbrachten.

En al meteen een artikel in DS; proficiat. Hoe is dat eigenlijk tewerk gegaan? Hebben zij jullie gecontacteerd of hebben jullie een press release uitgezonden?

We hebben geen press release uitgezonden, neen. Ook dat artikel in de Standaard is voortgekomen uit de zogenaamde tamtam: je praat met vrienden over wat je van plan bent en via via is dat bij hen terecht gekomen. De Standaard heeft ons dan gebeld met de vraag wat we precies in gedachten hadden en of ze daar een stuk over mochten maken. Wij waren natuurlijk blij met die aandacht: De Standaard is een kwaliteitskrant en ze zijn bovendien qua feeling met wat er gebeurt op het web en in de zogenaamde Blogosfeer voortrekkers in Vlaanderen. We vonden het flatterend dat ze in ons project een mooi verhaal zagen en zijn dan ook ingegaan op hun vraag.

gent.blogt, met de ambitie hét Gentse weblog te zijn, dat schept meteen hoge verwachtingen. Waarom werd er niet gepolst naar interesse tot medewerking bij andere Gentse bloggers?

De ambitie om hét Gentse weblog zijn, dat is wat de media en onze collega-bloggers ervan gemaakt hebben. Ons onderwerp is Gent, onze schrijvers zijn Gents, maar we hebben nooit de bedoeling gehad om alle Gentse bloggers samen te brengen in een groot project. In eerste instantie hebben we enkel mensen gevraagd waar we zelf mee vertrouwd waren en waarvan we weten dat ze een vlotte pen hebben. Dat zijn zelfs niet allemaal bloggers: er zitten een paar mensen bij die nu pas hun eerste stapjes op het web zetten. Dat we niet iedereen hebben aangesproken was een bewuste keuze: een kleine groep is makkelijker om mee te starten. Praktisch gezien is dat gewoon eenvoudiger. Bovendien wilden we niet dat er een hype werd gecreëerd voor het project echt van start ging: hoe minder mensen ervan wisten, hoe makkelijker het was om het verrassingseffect te behouden. Nu we opgestart zijn, zijn alle Gentse bloggers echter welkom om mee te werken: we zullen hen met open armen ontvangen….

Wat zijn de verdere plannen voor de (nabije) toekomst. Zo lezen we bij Huugendruug dat er wordt gewerkt aan een fotoblog en gastblogs van bekende Gentenaars. Willen jullie daar al iets over kwijt?

We zitten boordevol plannen, inderdaad, en we proberen die nu stap voor stap uit te voeren. Deze week beginnen we met een “foto van de dag”. Foto’s die kunnen ingestuurd worden naar ons mailadres. De Podcasting, daar beginnen we heel binnenkort mee en ook aan de gastblogs van bekende Gentenaars wordt gewerkt. Een paar mensen hebben al toegezegd en je mag dus gauw onze eerste gastspreker verwachten.

skwelling

Vanaf heden is dit weblogje te vinden op http://blog.volume12.net/ al worden de oude URLs (indefinite) automatisch naar de correcte nieuwe doorverwezen. Idem voor tpv, dat met onmiddellijke ingang te vinden is via http://parallax.volume12.net/. En tot slot hetzelfde voor de mediatheek: http://library.volume12.net/

De reden? Omdat ik het onzinnig vond een 12 of parallax of library achteraan de URL te moeten hangen (wat het er alleen maar complexer op maakte). Bovendien kan ik nu ook statistiekstes trekken op de verschillende subdomeintjes.

Toch weer een kleine vergissing gemaakt tijdens de verhuis, met grote gevolgen (allez, allez, in de juiste context geplaatst toch). SQL is unforgiving:

Schrijf niet

UPDATE mt_entry SET entry_text = REPLACE(mt_entry.entry_text_more,'<img src="2004','<img src="d/2004/2004') WHERE entry_blog_id='55';

maar wel

UPDATE mt_entry SET entry_text_more = REPLACE(mt_entry.entry_text_more,'<img src="2004','<img src="d/2004/2004') WHERE entry_blog_id='55';

En als ge het toch doet, zorg er dan misschien voor dat er een backup bestaat, die recenter dan 1 maand geleden werd genomen. Een deel van het archief is dus errmm een beetje rommelig (vanaf ongeveer half januari tot een paar dagen geleden). Maar ik pas dat morgen verder aan.

[Update:] Het archief werd ondertussen –voor zover ik zie– nu volledig aangepast.

het staat geschreven

Amaai zeg, dan gaat de gazet (of toch een appendix daarvan) toch nog gelijk krijgen.

Het zouden dit jaar wel eens woelige tijden kunnen worden in het Vlaamsch blogland(schap)je. Al denk ik niet weet ik zeker dat de ambetantigheid niet zal komen uit de hoek van het eigen Vlaams product met Vlaamse webloggers en vertellers (cfr) (of van gent.blogt for that matter).

Sinds er meer en meer publieke hitmeters de kop opsteken wordt het voor sommigen blijkbaar steeds belangrijker een key player te zijn in de hitparade. En niet alleen om aan dat spelletje mee te doen, maar vooral om het te winnen. Whatever that means.

Ik kijk alvast uit naar wat Dominiek & Co. gaan brengen, en naar de Gentse weblog meeting. Want meewerken aan een Gents fotolog zie ik bijvoorbeeld wel heel erg zitten. Een groepsversie van Chicago Uncommon, om het maar zeer breed te stellen (al zit ik ook met andere gedachten). En nee, ik zou er geen reet mee inzitten als er nu iemand anders op een rapke net met zo’n website naar buiten komt (gent.blogt was het trouwens ook al van plan).

De titel, voor de slechte verstaander, slaat overigens op de gazet, en niet op dat lijntje over een fotolog. Komt daarbij: God was al dood, sinds Barthes is de auteur ook dood, en sinds het postmodernisme is alles u trouwens al voorgedaan. Let’s get it over and done with.

[Update:] olie

vro – nieuwe wereld

Yeehaw! In extremis toch nog aan kaarten voor het ‘Nieuwe Wereld’ concert in de Bijloke geraakt. Op het programma: Dvorak en Adams, uitgevoerd door het Vlaams Radio Orkest en in beeld gebracht door Norman Perryman. Hm.

Dvorak: 9e symfonie (“From the new world”): de antithese van de muziek uit Richard III. Verschrikkelijk gevarieerd, van adagio naar largo, naar allegro con fuoco. En wat een vuur: de zaal trilde in haar voegen.

Na de pauze tijd voor Adams’ El Dorado, voorzien van een Kinetic Painting as Performance Art door Norman Perryman. Perryman is dan weer de antithese van de scenografie uit Richard III. Wat in elk geval opviel was de dominantie van het beeld: de acties van Perryman, of je het nu mooi vond wat hij deed of niet, degradeerden de muziek tot achtergrond. Enkel wanneer je wegkeek van de geprojecteerde beelden, kon je je op het orkest en de muziek concentreren. Jammer, want hoewel El Dorado misschien niet het beste werk van Adams is, verdient het méér.

Sommige mensen gingen zelfs zo op in Perryman’s acties, dat ze vergaten dat ze eigenlijk naar een concert gekomen waren. De zal hing vol gefluister door de commentaar bij de acties van de kunstenaar.

Toch blij dat ik geweest ben; vooral voor Dvorak, als was mijn originele motivatie Adams. Eens zien op ik op 5 maart nog binnen geraakt voor Midori Seiler en Jos van Immerseel.

donor

Daar sta ik nu eens volledig achter: Elke burger moet verplicht antwoorden of hij donor is of niet.

Wie zijn elektronische identiteitskaart afhaalt, krijgt meteen de vraag of hij al dan niet orgaandonor wil zijn bij overlijden. Het antwoord wordt dan geregistreerd op de identiteitskaart. Dat is wat CD&V-senator Erika Thijs voorstelt in een wetsvoorstel dat ze volgende week in de Senaat indient.

Momenteel wordt ervan uit gegaan dat iedereen voor orgaanstransplantie in aanmerking komt, tenzij daar uitdrukkelijk verzet tegen werd aangetekend. In principe. Want de naaste familie kan nog steeds weigeren om organen te laten wegnemen bij het familielid (en heel vaak wordt van dat recht gebruik gemaakt).

De vraag is natuurlijk ook of de verplichte registratie het aantal donoren zal doen toenemen, want, ze mochten we gisteren in DS nog lezen: Tegenover elke geregistreerde donor van organen staan zes landgenoten die zich daartegen uitdrukkelijk verzetten.

Al is die kans niet onbestaand dat het aantal donoren toeneemt. Momenteel (vernemen we uit datzelfde artikel gisteren) zijn er slechts 30.748 geregistreerde donoren, tegenover 191.307 uitdrukkelijke weigeraars, wat betekent dat slechts 2% van de bevolking zich over het donorschap heeft uitgesproken. Dat levert een potentieel van 98% op, waarbij momenteel (en dat staat min of meer vast, gezien het tekort) het gros van de tansplantaties door de familie wordt geweigerd.

Een voorafgaandelijke (verplichte) registratie zou daar verandering in kunnen brengen, zo vindt Senator Erika Thijs, want De nabestaanden worden dan niet meer op zo’n moeilijk moment met die vraag geconfronteerd. Nabestaanden reageren vaak emotioneel op dat moment en er gaat veel tijd verloren wat cruciaal is bij orgaantransplantatie.

(Laat hier nog maar eens bij opgetekend staan –voor het stof mij weer rond de oren opwaait– dat ik mij niet uitspreek over voor of tegen, maar wel dat net die beslissing door de potentiële donor zelf moet worden gemaakt, niet door de nabestaanden.)

een (gents) staartje

Case closed? Alles krijgt altijd een staartje. En soms is dat best gezellig. Zoals in dit geval, hopen we.

Want Gent is te klein. Ons lawaai is te groot. En het circus te bouwvallig.

Komt dat zien, komt dat bekijken. Strekt al uw benen onder tafel en maakt al uw handen (of voor wie dat prefereert: uw voeten) vettig. Want bij deze wordt bloggend Gent (en omstreken) uitgenodigd voor een blog-meeting op donderdag 10 of 17 maart om 20 uur in den Amadeus door Michel, Steven en mijzelve. Met als thema: “Oude wijn in nieuwe zakken.”

Wilt u er ook bij zijn, stuur ons een mailke, of laat iets weten in de feedback. U komt toch ook?

kuch

Kuch! Kuch! *hoest ziel uit lijf*
Amaai zeg wat een stof. Schrijft een mens ne keer wat.

Doet mij denken aan die lol uit het middelbaar:

Zegt de ene lul tegen de andere: “Weet gij waarom sperma nat is?”
“Nee? Ewel, ’t zou hier anders nogal stuiven hé.”

Ik wil maar zeggen: veel te competitief allemaal voor mijne leeftijd. Bovendien worden er dingen in gelezen die ik helemaal niet geschreven heb. Gepasseerd? Jaloers? Jongens toch. Blijkbaar kan alleen Siegfried goed lezen. (Al hebben ze het er bij Michiel/Michael/Michel ook al moeilijk mee.)

De twee belangrijkste stukjes uit mijn tekstje zijn: Het is waarschijnlijk ook allemaal goed bedoeld, en het principe van zo’n Gents weblog interesseert mij buitenmaats en waarom werd dit blog in eerste instantie niet opengetrokken naar de rest van de Gentse bloggers? (en dat heeft niets te maken met jaloersheid of gepasseerdheid of whatever, schreef hij er voor de duidelijkheid nog maar eens bij). De rest zijn zwierige ornamenten. Maar wie het schoentje past, trekke het aan, evidamente.

Voor de rest: lang leve elk weblog over Gent, wie het ook maakt of het onderhoudt of eraan meewerkt. Case closed, next!

our discontent, now is the winter of –

Richard III in de Vlaamse Opera te Gent. Nog nooit heb ik een opera gezien of gehoord die muzikaal zo saai is als Giogio Battistelli’s Richard III. De muziek kwam in onaflatende golven van neutraal naar een soort climax, evenwel zonder een inhoudelijk aanleiding. Het geheel kwam verschrikkelijk monotoon en slaapverwekkend over.

Dat gezegd zijnde, was de muziek lang niet slecht. De stemmen van de zangers waren echter veel te zwak (of de muziek veel te luid), waardoor je steeds de indruk kreeg naar een muziekmassa te luisteren waarin verder maar weinig verscheidenheid zat.

Absoluut schitterend was de mise-en-scène: regie (Robert Carsen), dramaturgie (Ian Burton), decor (Radu Boruzescu), kostuums (Miruna Boruzescu) en belichting (Robert Carsen en Peter Van Praet). Magnifiek. Adembenemend.

Ook de uitwerking van de slotscène (A horse! A horse! My kingdom for a horse.) was memorabel. Sober, zonder pathetiek, en heel beklijvend. Maar ja, er werd ook nauwelijks gezongen (eerder gereciteerd). En hieruit bleek eigenlijk ook de functie die de muziek in de opera had moeten hebben: ondersteunend. De muziek was veel beter benut geworden voor een recitante uitvoering, een toneelstuk, met als achtergrond een dwingende soundtrack. Niet het zeurende, vaak onverstaanbare gewauwel waaraan we nu twee uur lang onderworpen werden.

Maar: ik onthoud dus vooral de bijzonder geslaagde scenografie, en de laatste scène (de sterfscène).