Haydn is niet meteen de meest sexy of hippe componist om te laten opdraven. Hoewel hij –in zijn tijd– van niet te onderschatten belang was voor de klassieke muziek, is hij vandaag een beetje in het verdomhoekje geraakt, mede door de populariteit van aanstormend talent Beethoven. Haydn zat in de overgang van barok naar classicisme, en stond zo’n beetje aan de wieg van het moderne strijkkwartet en de vierdelige structuur van de symfonie. Het grootste deel van zijn leven spendeerde hij als hofmuzikant bij de Eszterházys in Oostenrijk-Hongarije.
De muziek lijkt evenwel uitermate geschikt voor de protserige sierlijkheid van de Lully zaal in de Opera. Maar hoewel het decor van die zaal beslist overweldigend te noemen is, wisten de 12 zangers van het Collegium Vocale Gent er moeiteloos uit te springen. Begeleid door Kristian Bezuidenhout aan de pianoforte, en onderbroken door Kurt Van Eeghem was het publiek in voor een verrassender avond dan men van het programmaboekje mocht verwachten.
Vooreerst was er het koor, dat optrad zonder dirigent. Een première voor de opvoering in Gent, want het Songbook werd zondag ook in Antwerpen opgevoerd, en trekt daarna nog voor vijf concerten naar Polen. Tijdens een laatste repetitie voor de opvoering kregen de koorleden nog gauw een paar laatste tips mee van dirigent Christoph Siebert. Dat bij de laatste ‘stumm‘ uit Die Beredsamkeit de mimiek belangrijk is, en dat de ‘wunderbare Harmonie‘ (Die Harmonie der Ehe) zeer Duits moet klinken. Bezuidenhout zou het gemis aan instructies van de dirigent gedeeltelijk opvangen, maar het koor redt het verrassend goed zonder Siebert. En vergeten we niet dat de voornaamste taak van de pianist tenslotte het beroeren van de ivoren toetsen is.
Zeer opmerkelijk was ook de dynamiek van Van Eeghem. Hij beweegt zich tussen declameren en acteren in, zonder overdrijving, en met veel meer dan een belerend verhaal of een vluchtige bindtekst. Hoewel hij zijn teksten voornamelijk statisch moet brengen, slaagt hij er bij begin en einde uitstekend in een zekere interactie met het publiek tot stand te brengen. Een geslaagde formule.
Veel minder geslaagd was de voornaamheid van de onderbuur. De Lully zaal bevindt zich namelijk boven het restaurant en de lounge bar van het Café Theatre, van waaruit gedurende het gehele concert indringende bastonen kwamen opgestegen. Het concert werd nochtans ruim op voorhand aangekondigd, en zowel het Collegium als de Opera had de eigenaar verzocht daarmee rekening te houden (het concert duurde amper 80 minuten). Zelfs tijdens het concert is men herhaaldelijk gaan vragen of het alstublieft niet stiller kon, maar men sprak er –waarschijnlijk letterlijk– tegen dovemansoren. Tijdens de stille passages was de beat soms duidelijker hoorbaar dan de zang. Ik kan mij niet beginnen voorstellen hoe afleidend dit moet geweest zijn voor de muzikanten.
Een koor zonder dirigent, en daarenboven afgeleid door de bastonen van de onderbuur. Het is onwaarschijnlijk wat voor een puike prestatie ze alsnog hebben neergezet. Het project was zeker geslaagd, zowel muzikaal als wat betreft de inkleding met de bindteksten. Die teksten worden overigens nog vertaald, zodat een Poolse acteur de rol van Van Eeghem op zich kan nemen.
The Haydn Songbook, door Collegium Vocale Gent, gehoord in Lully Zaal van de Vlaamse Opera op 3 februari 2007
(Deze bespreking verscheen ook bij Gentblogt.)