De kruising van de Neermeerskaai met de Noorderdoorgang schept een levensgevaarlijke situatie voor de fietser die van de Albertbrug komt. Voor automobilisten onder elkaar, is het eenvoudig. De onderstaande situatie (situatie 1) is heel vanzelfsprekend:
De bestelwagen van Maenhaut komt via de Noorderdoorgang op de Neermeerskaai, en moet voorrang verlenen aan de Mercedes die van de Albertbrug komt. Niet alleen komt de bestelwagen van links, voor de kruising (in de Noorderdoorgang) staat ook nog eens een verkeersbord B1 (omgekeerde driehoek) en op de grond staan de ongekeerde driehoekjes, die duidelijk aangeven dat de bestelwagen voorrang moet verlenen aan alle verkeer (voor de goede orde, die bestelwagen leefde dat ook heel keurig na).
Als de Mercedes een fietser was geweest, dan was de situatie (situatie 2) plots veel gevaarlijker geworden.
Bovenstaande fietser moet het fietspad volgen en dus de rijbaan oversteken. Dat valt echter helemaal buiten het verwachtingpatroon van de automobilist die vanuit de Noorderdoorgang op de Neermeerskaai wil rijden. De wegbeheerder is ervan uit gegaan dat de combinatie van voorrangsbord en fietspadmarkeringen op de rijbaan moeten volstaan, opdat de wagen ook effectief voorrang zou verlenen aan de fietser. Wat dus bijzonder vaak niet het geval is. (In dit geval reed de wagen door, zonder de fietser voorrang te geven, waardoor de fietser genoodzaakt was uit te wijken en op de rijbaan te blijven. Iedereen bleef er gelukkig kalm onder.)
Helemaal gevaarlijk wordt het (situatie 3), wanneer een wagen van de Albertbrug komt, een fietser treft op dezelfde locatie als hierboven, en die fietser (zoals verplicht) het fietspad volgt. De fietser heeft voorrang op de wagen, maar dat is voor de automobilist niet helemaal vanzelfsprekend. Een levensgevaarlijke situatie dus.
—
Voor wie het niet helemaal eens is, zoals de meneer die mij vanmiddag in een schoolvoorbeeld van situatie 2 bijna van mijn fiets reed, even de wegcode erbij. (Alsof het voorrangsbord op zich al niet volstond.)
12.4bis. De bestuurder die een trottoir of een fietspad oversteekt, moet voorrang verlenen aan de weggebruikers die overeenkomstig dit besluit gebruik maken van het trottoir of fietspad.
Artikel 40ter. [De bestuurder van een auto of van een motorfiets] mag een oversteekplaats voor fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen slechts met matige snelheid naderen teneinde de weggebruikers die er zich op bevinden, niet in gevaar te brengen en ze niet te hinderen wanneer zij het oversteken van de rijbaan met normale snelheid beëindigen. Zo nodig moet hij stoppen om ze te laten doorrijden.
Het betreft trouwens hier wel degelijk een fietspad, en geen oversteekplaats (bij een fietspad heeft een fietser voorrang, bij een oversteekplaats niet).
Artikel 74. Het deel van de openbare weg dat afgebakend is door twee evenwijdige witte onderbroken strepen en dat niet breed genoeg is voor het autoverkeer, is een fietspad.
76.4. De oversteekplaatsen die de fietsers en bestuurders van tweewielige bromfietsen moeten volgen om de rijbaan over te steken, worden afgebakend door twee onderbroken strepen gevormd door witte vierkanten of parallellogrammen.
Het zou al bijzonder veel helpen, mochten de bevoegde instanties zowel in de Noorderdoorgang als in de Neermeerskaai een bord A25 zouden plaatsen. Misschien moet ik dat maar eens signaleren aan Gentinfo en de mensen van Mobiliteit & openbare werken.