Die kraan in de keuken, die werkt al op mijn zenuwen sinds een dag nadat ze geïnstalleerd was, zo’n tien jaar geleden. Het is een design-onding, volgens het principe form over function, waardoor het zo goed als onmogelijk is om iets anders dan hetzij gloeiend heet, hetzij ijskoud, water aan hoog debiet uit de kraan te laten spurten. Ergens voor de zomer had ik een nieuwe kraan uit de brico meegebracht, maar ik vond nergens de hoofdkraan om het warm water af te sluiten. Tot vandaag.
Vandaag heb ik het onding er bij de wortels (lees: de warme en koude toevoer) uitgerukt, en de nieuwe, misschien wat saaie, maar o zo praktische kraan in de plaats geïnstalleerd. In één keer goed trouwens, al had ik verzuimd te onthouden welke de koude en welke de warme aansluiting was (ik had vijftig procent kans, nietwaar).
En terwijl ik bezig was, heb ik meteen de filter van de lavabokraan eraf gehaald om te ontkalken.
O, en ik ben een peetje misnoegd over de bureaucratische mentaliteit van de PMD ophalers van Ivago Gent. Gisteren had ik een juffrouwke een blikje bovenop mijn PMD zak zien leggen (ik reed in de auto aan de overkant van de straat, op weg naar de muziekles), en blijkbaar was dat voor Ivago reden om de zak niet op te halen, maar te voorzien van een rode ‘nèh-nèh-nèh ik haal u niet op‘-sticker. De moraal: wie een leeg blikje heeft, smijt het maar beter op de openbare weg, dan het op een PMD zak te leggen. Stel u voor dat Ivago het los in de vuilkar zou moeten werpen.