De migraine had lang genoeg geduurd, besloot ik gisterenavond, en na een korte test in de vooravond (Henri opwachten in de OR), besloot ik het er toch maar op te wagen en in La Resistenza voorzichtig een concert te gaan bijwonen. En meteen ook eens van het eten te proeven.
Er is een vegetarische schotel voorhanden, voor net geen tien euro. De maaltijd werd aan mijn tafel opgebouwd als was het een gezellige stop motion film. Eerst bracht men een suikervat en een (leeg) theeglas, een halve minuut later gevolgd door een (volle) theekan. De vruchtenthee is er heel lekker, in La Resistenza. Even later kwam een bordje met twee sneden brood en een kleiner bordje met twee sneden boter. Net toen ik mijn thee uitschonk volgde een bord met mijn vegetarische bolti. Bolti is een vis zegt Google mij, maar dat lag gelukkig niet op mijn bord. Er was wel balti (cfr de reacties –dank u, Rogé), en dat kwam met couscous, tomaat, courgette, en asperge-aren. Lekker, in een adequate portie. Edoch: muziek.
Het was de derde keer op evenveel dagen dat Nate Wooley in België optrad; ik ben blij dat ik er toch minstens één optreden van heb kunnen meemaken. Geen Teun Verbruggen op de foto’s, verontschuldig ik mij even; Wooley bleek iets te breed om ook nog onze Belgische drummer te kunnen vastleggen –of ik zat gewoon net op de verkeerde stoel.
“So, do you tune to 440 or…”, vroeg Andrew D’Angelo aan Marc Ducret toen hij hem aan zijn gitaar zag frutselen.
En als Ducret hem tot antwoord expressieloos aanstaart, vult hij zelf aan: “…right.”
“I’m just pretending man”, beweert Ducret, al zien we hem toch zijn oor tegen de snaren van zijn –nog even onversterkte– gitaar leggen om te checken of de toon wel goed zit.
Teun Verbruggen heeft zijn drumparafernalia mee in een stevige zak van Delhaize; Andrew D’Angelo heeft een gele plastic zak om het mondstuk van zijn altsax gewikkeld. Mogelijks zit dat rietje er al op van tijdens de soundcheck (of nog langer), heeft het de toon die hij wilt, en houdt hij het zo vochtig, zodat hij straks meteen kan beginnen spelen. Al kan het net zo goed een andere reden zijn.
Het begint chaotisch, het is wat zoeken naar structuur, maar uiteindelijk leidt Verbruggen vaak de rest in een stevig ritme. Het is luid (zelfs met oordopjes), maar genuanceerd, al is het zeker niet naar ieders smaak. Hoewel het naar tevredenheid gevuld was, in de kelder, glipte er na elk stuk steeds wel iemand weg.
[youtube https://www.youtube.com/watch?v=YEFgH1kOgy4?hd=1&w=500&h=284]
Zoals we dat in België gewoon zijn, applaudiseerde het publiek automatisch tussen de stukken. “This is some serious audience”, verklaarde Andrew D’Angelo, die duidelijk meer animo verwachtte. Hij flirtte met de camera’s die het concert vastlegden, stripte uit zijn roze hemd tot hij in een (te) kort zwart t-shirt stond, en ging tegen het einde van het concert op de grond zitten omdat hij wat moe was, en het van daar gemakkelijker speelde. De extraverte D’Angelo stond in schril contrast met de bijna mystieke verschijning van Nate Wooley, die geheel in de muziek verdwenen was. Hij was totaal mee met alles wat er muzikaal rond hem aan het gebeuren was, maar speelde slechts spaarzaam en to the point mee. De verscheidenheid aan karakters tekende het concert, en maakte het ook boeiend –al moest u er bij dit soort muziek ook vaak zelf wel wat moeite voor doen.
Zaterdag (19/11) komen De Beren Gieren naar La Resistenza, en maandavond (21/11) speelt Giovanni Barcella in duo met Bart Maris. De bescheiden bijdrage voor het concert is onmiddellijk omzetbaar in spijs en drank.