Wie het boek gelezen heeft, weet ondertussen al wel dat de jury met Ultramarijn (Van Woerden) niet meteen de meest kwalitatieve keuze heeft gemaakt. Dat het een slécht boek is, zal u mij niet horen zeggen. Dat het niet het beste boek is, hoort u hier des te luider.
Mijn favoriet was De Engelenmaker (Brijs), dat zal onderhand wel al geweten zijn, maar ook Joe Speedboot (Wieringa) is een degelijk boek. Verhelst heb ik nog niet gelezen, en Van Loy is wel goed (ik moet het laatste stukje nog lezen), maar te weinig consistent (de kapstok ‘Amerika’ is iets te gratuit). De verschillende delen waren waarschijnlijk beter tot verschillende boeken uitgewerkt.
Maar Van Woerden. Ultramarijn is een gemanieerde stijloefening, een veel te lang uitgesponnen verhaal, waarin de plot soms wel eens uit het oog wordt verloren. Maar goed, er komen migranten in voor, het gaat over de seksuele bevrijding van de vrouw, en over een mooie vorm van incest –al is dat in dit geval een veel te gruwelijk woord voor het gegeven. Heel PC allemaal, en voeg daaraan toe de complexiteit van de gedachtengang, en De Gouden Uil had zich geen beter boek kunnen dromen. Het zal in wat meesmuilend wordt omschreven als ‘links-intellectuele’ kringen, zeker aanhang vinden.
Inderdaad, de boeken van Brijs en Wieringa zijn veel traditioneler van aanpak, maar daardoor ook veel leesbaarder. Ik kan echter Ultramarijn niet aanraden boven De Engelenmaker of Joe Speedboot, en evenmin boven het eerste verhaal in Van Loys Alfa Amerika (dat op zich al reden genoeg is om dit boek aan te schaffen –en te lézen natuurlijk).