Het begon met de eventuele aanschaf van een nieuwe iPod. Maar het was niet alsof er iets mis is met onze huidige 1st Generation iPod –we hebben zelfs geen klagen over de batterij. Eventjes een reality check om vervolgens de ingebeelde peer pressure van de consumptiemaatschappij te negeren.
Vervolgens was er het dak. De dakpannen, zo wisten we van bij het begin, dienden vervangen te worden binnen een vijftal jaar na de aankoop van ons huis. Vervanging van het dak werd al gauw uitgebreid naar isoleren van de zolder (tijdens de kerstvakantie, samen met mijn schoonvader), en dat werd dan nog eens uitgebreid met de vervanging van het raam en de rotte steunbalk in Henri’s kamer –niet goedkoop overigens zo’n steunbalk.
Alle vensters in ons huis zijn enkelglazig (met uitzondering van de badkamer). Qua isolatie kan dat tellen, zowel wat betreft warmte, als geluid. Bovendien is een van de zijmuren op bepaalde plaatsen nogal dunnetjes, zodat we ook daar niet veilig zitten wat betreft geluid(soverlast).
Allemaal goed en wel als je daar rekening mee kan (wil ?) houden. Maar daar zit je dan als muziekfan, met een (toch wel redelijk) grote collectie CDs, voornamelijk jazz en klassiek. Naar nuances in de muziek moet je dan niet meteen zoeken, tenzij je de geburen wil laten meegenieten (vooral van het lage toongebied dan). De geluidsinstallatie in de woonkamer kan best wat hebben, maar uit respect voor de buren laten we de geluidssterkte dan ook nooit tot zijn recht komen (as in: keeping it at barely audible levels). Niet dat de geburen altijd dezelfde filosofie hanteren, maar bon, soit.
Dat brengt mij terug tot de zolder. Ik heb er namelijk genoeg van. Ik wil terug naar mijn muziek (kunnen) luisteren, inclusief nuances zoals de aanslag van Rostropovich’ strijkstok tegen de snaren van zijn cello tijdens het beluisteren van de Cello Suites van Bach. Of Lateefs aanblazen van de (dwars)fluit op Eastern Sounds.
Vandaar het project mediaruimte (whatever; geef het kind een naam). De zolder wordt geluidsarm geïsoleerd: dat betekent o.a. de ruimte aanpassen met een zwevende vloer, losgekoppelde muren, the works (waarbij ik kennis maak met een heerlijke nieuwe woordenschat zoals resilient channel, caulk, etc). Een van de twee rechte muren (we zitten op zolder, remember) wordt volledig uitgewerk met schappen, om plaats te bieden aan CDs, boeken en mogelijks ook DVDs en strips (wat naast extra geluidsisolatie ook bijdraagt tot een betere akoestiek –ben ik de enige voor wie dat woord zo vreemd gespeld lijkt?)
Als voorspel ben ik eergisteren mijn (onze) nieuwe luidsprekers gaan afhalen (B&W DM604 S3). Wat een verschil met mijn voorgaande, (20 jaar) oude Philips luidsprekers (gelukkig maar), en zelfs met onze recentere BeoLab 8000-s (die in de woonkamer blijven). Momenteel zijn ze nog gekoppeld aan mijn (13 jaar oude) NAD receiver (705) en CDspeler (502), maar ik hoop die op niet al te lange termijn te vervangen door een Arcam of Rotel systeem.
Allemaal details. Het belangrijkste is dat het doel eindelijk in zicht is. En dat het ernaar uitziet dat ik na tien jaar eindelijk opnieuw van ‘mijn’ muziek ga kunnen genieten. Als ik even egoïstisch mag zijn.
Zie ook:
_De bouw van een thuisbioscoop: deel 1 – deel 2
_Practical Studio Design (zipfile 630Kb -> PDF) uit Sound On Sound
_Burenlawaai: algemeen overzicht