Ondertussen zitten we twee dagen verder in het BNRF. Het lijkt alsof er behoorlijk minder fotografen werden geaccrediteerd dit jaar. Er zijn Jos en Hilde (die bij hem in opleiding is), en een Vlaams (hij) – Italiaans (zij) duo, ikzelf, en dan nog een (voorlopig klein) aantal wisselende persfotografen. De frontstage is precies ook smaller dan vorig jaar, en de zijkanten werden afgeggrensd door een stapel luidsprekers, waar we met ons fotografisch materiaal maar moeilijk tussen geraken. Niet dat het hinderlijk is, en het vergemakkelijkt bovendien het werk van de security om de mensen al dan niet door te laten: één man kan de toegang afblokken.
Van Robert Glasper had ik meer verwacht. In mijn voorbeschouwing had ik me min of meer afgevraagd waarom hij als opening act kwam, maar het trio speelt erg statisch. Goede muziek, maar geen hoogvlieger. Defoort was een stapje op, maar nog niet echt je dat. Dave Murray bracht pas leven in de brouwerij. Niet meteen mijn ding, met al die Latijnse toestanden, maar de sfeer zat er goed in. Jammer dat ze optraden voor een zittend publiek, het concert was uiterst dansbaar.
En dan was er Zorn. Ik vond Zorn goed. Met Douglas, en Baron, en Cohen. Acoustic Masada blijft Zorn, met het gepiep en gekweel en gebrul dat daarbij hoort. Streng en rigoureus opgebouwd, want hoewel een buitenstaander al gauw zou kunnen denken dat het allemaal bij geëperimenteer blijft, zijn de partituren voor Masada volgens een heel strict schema opgebouwd. Met de persoon van Zorn kan ik het minder goed vinden. Om niet te zeggen helemaal niet. Militant dictatoriaal Israëlisch, zionist, provocerend, en allemaal in die mate dat het saai zou zijn wanneer het gewoon een gimmick was, maar voor Zorn is het bittere ernst. Hij dirigeert met manu militari –zijn kaki broek was een functioneel attribuut– en geheel nutteloos de andere drie muzikanten, op het irritante af. De fotografen hadden ‘geluk’: Zorn had hen toegestaan gedurende één nummer te fotograferen (ik denk dat hij het kortste uit zijn repertoire had gekozen om mee te openen), daarna was het schluss. Ook de mensen die met een (video)camera voor de beelden op de zijschermen zorgden mochten het daarna afbollen, zo las ik. De toepassing van mijn favoriete citaat (I really, sincerely believe that one should trust the work, and not the author.
–Peter Greenaway) wordt hier wel erg op de proef gesteld.
Foto’s volgen.