Als ik de geschreven pers (alweer) mag geloven, begint het nieuwe seizoen van de Vlaamse Opera zoals het vorige werd afgesloten: povertjes. Heel jammer, want over Salome was ik zeer te spreken. Edoch geen (Richard) Strauss voor mij dit jaar. Tenminste toch niet Ariadne auf Naxos.
Gemakshalve –en ook al wegens de tegenvaller van het niet langer beschikbare abonnement– zou ik nu de rest van het seizoen geheel aan mij kunnen laten voorbijgaan. Ware het niet dat ik niet meteen ben te vinden voor gemakshalve oplossingen, en dat er een paar voorstellingen zijn die ik eigenlijk al helemaal niet zou willen missen.
Om maar niet in dezelfde val te lopen als met het abonnement, wou ik daarom nu zaterdag kaarten halen voor Semele (Händel -omdat ik zo verschrikkelijk heb genoten van Rinaldo), Das Rheingold (Wagner –natuurlijk wil ik de ganse Ring zien) en minstens twee voor De Toverfluit (de eerste opera voor Henri –de (groot)ouders zullen voormoedelijk ook geïnteresseerd zijn).
(Rest dan nog de vraag of ik genoeg geïnteresseerd ben in een concertante uitvoeringen van Nabucco en Maria Stuarda, maar misschien is dit de ideale gelegenheid om het kiekenskot eens te testen. En dan is er nog Franz Lehárs Die Lustige Witwe (met Koen Crucke), waarbij ik vermoed dat zit scènografisch zeer behoorlijk gaan uitwerken.)
Helaas start de losse kaartenverkoop pas een maand voor de vertoning. Ik zal mijn agenda maar bovenhalen.