Spinrag, het muziekfestival voor al wie vijf jaar of ouder is, vond dit weekend plaats in De Bijloke (een organisatie is van musica, drukte een van de medewerkers mij op het hart). In de concertzaal, de kapel, op het mezzanine en tot op de parking toe, vonden telkens korte evenementen plaats. Gericht op een (heel) jong publiek, wat niet meteen betekende dat de muziek licht verteerbaar was. Een kort overzicht.
Fliodan op het mezzanine: 6 jongeren (die elkaar overigens hadden leren kennen op een musica-stage), met accordeon, cello, dwarsfluit, piano, viool, en stem, brachten catchy, dansbare muziek (swingende kids alom), het beste vergelijkbaar met de muziek van Michael Nyman, Yann Tiersen (van de soundtrack van Amélie Poulin) of DAAU. Zeer geslaagd, en in idool zou het zeker heten dat ze een schone toekomst tegemoet gaan. De stem van de zangeres kwam helaas net niet boven de instrumenten uit, maar dat mocht voor de kinderen alvast de pret niet bederven.
Itizzz… some sing, waarmee het grootste publiek werd bereikt. Een voorstelling van Bernard Massuir, die, met als enige instrument zijn stem (en een ukelele), jazz standards en herkenbare melodieën bracht. Niet te onderschatten wat die man met zijn stem kan aanvangen, en hoe hij zelfs de meeste stroeve mensen in zijn doelpubliek mee aan het zingen kon krijgen. (Al goed, met misschien een uitzondering niet te nauw genomen –ik kon moeilijk de zaal laten leeglopen. Sommige mensen houden hun zangtalent nu eenmaal beter binnen de muren van de badkamer.)
De beste tijd om te vliegen, een voorstelling van Walpurgis, in regie van Judith Vindevogel en o.l.v. Filip Rathé. Niet meteen evidente muziek: Gyorgi Ligeti, Gillian Whitehead en een creatie van Bart Vanhecke. Verhaaltjes over vogels, vliegen en vleugels, voor +6-jarigen (jammer dat men zich niet aan die vereiste hield). Bovendien was de kapel ook niet meteen de meest kindvriendelijke plaats, gezien de uitnodigend klepperende patersbankjes en de vervelende akoestiek. Los daarvan een zeer geslaagde uitvoering.
Her en der stonden ook nog klankinstallaties verspreid, en op de parking stond een kouwe kermis: omgebouwde koelkasten, waar je je hoofd diende in te steken, om een minitheater, een fietstocht of flamencodanseresjes te kunnen zien. 13 koelkasten volstonden voor een hele kermis vol spektakel. (Ik werd er bijna doofgerinkeld.)
Och, en als ik op mijn eigen zoontje mag afgaan, was het voor de kinderen wreed genieten. En dat was toch het doel van de uitstap.
(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)