Wij zaten gisteren in het MAS, met Zeer Goed Gezelschap™. Nog goed, van dat gezelschap, en van de reis in eerste klas (bijna goedkoper dan tweede, met het speciale weekendticket), want het museum zelf was niet veel soeps eigenlijk.
Ze zijn redelijk strikt, daar in het MAS. En dan heb ik het niet over het feit dat ge niet met rugzakken in het museum moogt, want dat lijkt mij een goede zaak. Dat een suppoost het gezelschap echter vroeg om de zeven maand oude baby vooraan te dragen ipv op de rug, vond ik er toch wel net iets over.
Toen een andere suppoost twee dertienjarige middelbare scholieren bijna de toegang tot de tentoonstelling (het gedeelte ‘Machtsvertoon’) ontzegde omdat hun ouders nog even een verdiepje lager stapten, zakte mijn bereidwilligheid tot conformiteit naar diepe dalen. (En het zijn zulk een brave en welopgevoede kinderen.) Toen nog een andere suppoost in datzelfde gedeelte van de tentoonstelling mij vermanend kwam zeggen dat ik de objecten niet mocht aanraken (terwijl mijn handen in mijn zakken zaten), was het goed geweest. Ik ben even gaan uitwaaien op het dak, en heb dan geduldig gewacht tot het gezelschap de ruimtes op het gemak had bezocht.
Veel valt er niet te zien, behalve een eclectisch amalgaam van objecten, waardoor met de beste wil van de wereld geen rode draad valt te trekken. Elke verdieping is zo groot als een ruime loft, die ingenieus werd verkleind en gecompartimenteerd en op dergelijke manier gestouwd werd met curiosa dat het lijkt alsof er veel te zien is. Nog goed dat er een steile wind woei op het dak en de rokjes vrijelijk het noorden zochten, waardoor er nog iets was dat de rigiditeit van het strakke museum kon verluchten.