privacy

’t Is raar. Een paar jaar geleden schreeuwde iedereen moord en brand betreffende privacy en vrijgeven van gegevens en opletten dat niet alle info zomaar op internet terecht komt. Anno 2006 smijt iederéén alles op een of andere manier op Google.

Los van de weblogs die worden geïndexeerd door googlebot voor de search engine, heeft Google een deel van uw e-mail, houdt Google uw kalender bij, uw notities, en uw (excel) tabellen. Binnenkort ook uw tekstdocumenten. (Nee, dit is geen complete opsomming, en ja, ik gebruik al die dingen zelf ook.)

Oh, en dan is er ook nog de Google Browser Sync plugin voor firefox, an extension that continuously synchronizes your browser settings – including bookmarks, history, persistent cookies, and saved passwords – across your computers. Allemaal op het internet. Zolang u maar beseft dat het niet een kwestie is of dat ooit allemaal min of meer publiek toegankelijk wordt, maar wanneer.

verkennend gesprek

Kijk, zo heb ik het graag. Zeggen dat we hier nog niet volledig weten hoe we onze zaken willen integreren zou voluit gelogen zijn, maar laten we het erop houden dat we nog volop in de conceptuele fase zitten. Belangrijk in zo’n fase is dat je ofwel intern heel goed kan uitmaken waar je naartoe wilt –maar daar zijn tig belemmeringen mogelijk die ik niet allemaal kan of wil opnoemen– dan wel of je daarbij door een extern persoon kan worden geholpen.

De persoon waarmee ik een groot deel van de voormiddag heb doorgedacht denkt mee. Hij forceert niets in de besluitvorming –stuurt hooguit wat– maar weet door ervaring stilaan wat de mensen bedoelen wanneer ze het hebben over integratie, toegang, en gebruiksvriendelijkheid. En dat zo’n systeem staat op valt met zowel de planning die aan de implementatie vooraf gaat, én de opleiding/begeleiding die voor de gebruikers (en admins) wordt voorzien.

Geen aapies, geen improved releases. Het gesprek dat ik met hem had was verkennend. Binnen een redelijke termijn stuurt hij mij de weerslag ervan op, met een een (paar) voorstel(len), vergezeld van een mogelijke, (zeer) ruwe planning en dito prijs. En als het upper management geïnteresseerd blijft, volgen er demo’s van de mogelijkheden en wordt er meegebouwd aan het integratieplan.

Ziet u wel dat het kan.

boud

Er zijn zevenentwintig invalshoeken om dit stukje te schrijven.

(1) Mijn madam is weg (girls night out), en dan maak ik altijd van de gelegenheid gebruik om een aantal boude dingen te doen.

(2) Hoewel ons huis (en onze tuin) ruim genoeg is (zijn), leven wij voor een groot deel in onze slaapkamer. Het is zelfs zover gekomen dat des zondagavonds –tot grote vreugde van Henri– wij wel eens het avondmaal in bed durven nuttigen. Alles moet dan immers toch rap gaan, want tegen acht uur word ik verwacht bij Tuur voor het jazz-optreden van de week.

(3) In afwachting dat (a) de zolder of (b) het ‘kot’ vanachter in de tuin geprepareerd wordt tot mediakamer, staat de meeste multimedia gegroepeerd in de slaapkamer en het aangrenzende bureau.

Euh. Goed. Genoeg getalmd. Dit is het tweede cadeau van Henri dat naar onze slaapkamer verhuist. Zelf ziet hij daar geen graten in –hij doet niets liever dan tijd in het ‘grote bed’ te spenderen– dus dacht ik: what the heck; er is toch niemand om mij tegen te houden.

Naast de lava-lamp, die hij elke dag met grote zorg en veel plezier ontsteekt, kan hij nu vanuit het ‘grote bed’ ook met de Xbox (360) spelen (Amped). Geluidsgewijs is dat overigens een grote stap vooruit, van de hooftelefoon op het piepkleine Loewe tvtje, naar de Beocenter met de twee Beolabs 8000. Een verbetering waar ook papa kan van meegenieten (Call of Duty 2). Als hij mag (of als Henri slaapt).

Als ik nu nog Media Center zou hebben, of de mac (iTunes) met de Xbox zou kunnen connecteren…