Nog goed dat er muziek was

Carmen door Bruno Bollaert

Carmen trok op niks. Enfin, Viktoria Vizin, de mezzosopraan die de hoofdrol vertolkt en die we in various states of undress mochten bewonderen, mag er best zijn, maar de opera zelf, in een regie van Daniel Kramer, was niet echt om over naar huis te schrijven. Het speelt zich af in Sevilla, had Kramer ontdekt, en op amper een mijl van de schapenboerderij waar de regisseur in Ohio opgroeide, bevond zich het stadje Seville. Reden genoeg voor hem om het geheel te vertalen naar een verhaal uit de Amerikaanse working class, want de gipsies uit het oorspronkelijke verhaal zijn tegenwoordig niet sexy meer, maar ‘raciale, sociale, emotionele en relationele outcasts’.

De soldaten uit het verhaal van Prosper Mérimée zijn aldus verworden tot Amerikaanse troopers in korte broek en met zo’n boyscouthoedje op, waar Robert Baden-Powell hemzelve jaloers op zou zijn geweest. Het deel van de working class dat de zigneurs moet verbeelden, is getooid in fluo kledij uit de jaren 90 (of was dat 80), en de toreador is veranderd in een hondenvechter. Een jammerlijke zaak, maar niet noodzakelijk onoverkomelijkheden dusver –al ben ik nooit een fan geweest van de vercontemporainisering à la Peter Sellars. de man die in de jaren 80 de opera’s van Mozart naar een hedendaagse setting bracht.

Waar Kramer dan wel degelijk de mist in gaat, is in de manier waarop hij het personage van Carmen neerzet. Carmen is, zowel bij Bizet als in het oorspronkelijke verhaal van Mérimée, een vrijgevochten vrouw die zich door niemand de wet laat voorschrijven –en al zeker niet door een man. De Carmen van Kramer is nooit krachtig, maar veeleer gedwee, een slachtoffer zelfs van de omstandigheden die haar overkomen. En dat druist radicaal in tegen het thema van het verhaal. Natuurlijk, Carmen schikt zich in haar lot, maar ze zal zich niet zonder slag of stoot overgeven. Het ultieme bewijs vinden we in het feit dat ze liever sterft dan zich te schikken in een lot dat iemand anders voor haar zou bepalen.

Bijzonder jammer ook, is de platvloerse manier waarop alles wordt uitgebeeld. De zigeuners waren voor Kramer niet sexy genoeg, maar blijkbaar was er ook geen plaats voor de toch wel iets subtielere erotiek waarmee Carmen de mannen overweldigt.

Nog goed dat er muziek was, en dat ik een fantastische (zelfs comfortabele) plaats had weten te bemachtigen. En ik kan u aanraden het boek eens te lezen. Amper 70 bladzijden, inclusief (uitgebreide) voetnoten en een tiental illustraties. En als ook dat te lang is, dan is er nog het stripverhaal, dat heel trouw het originele verhaal volgt.