Bernard Dewulf moet maar advocaat worden. Want hij volgt niet helemaal; een zinnetje dat ook vaak wordt aangehaald in geteleviseerde rechtszaken, en waarmee de advocaat-held van dienst op zo’n ridicule manier een dermate absurde situatie wenst aan te duiden dat het voor iedereen wel duidelijk moet zijn wat nu eigenlijk de grond van de zaak is. Volgt u nog?
Wat Dewulf niet meer volgt, is het “virtueel flirten” en zelfs “virtueel vrijen”
. Dat flirten en vrijen, daar kan hij nog wel inkomen, maar dat woordje “virtueel”, dáár heeft hij het moeilijk mee.
Virtueel, zegt het woordenboek, is “in werkelijkheid of werkzaamheid kunnende treden” en “slechts schijnbaar bestaand”.
Juist, meneer Dewulf, maar ziet u, woordenboeken zijn niet altijd helemaal mee met de tijd. U precies ook niet, maar dat geheel terzijde. Virtueel staat hier voor de digitale realiteit. Een realiteit die men nogal eens uit het oog verliest, omdat ze vermeend vluchtig is, maar niettemin reëel blijft. Volgt u nog, of ga ik te vlug? (Ziet u, iedereen kan met woorden spelen.)
Virtueel flirten kan u zien als het equivalent van de hoofse brieven die in het achtiende-eeuwse Frankrijk bij de adel de ronde deden, en waarin Choderlos de Laclos ongetwijfeld een groot deel van de inspiratie vond voor zijn Les Liaisons Dangereuses. Want ik heb de indruk, meneer Dewulf, dat het voor u allemaal veel minder virtueel was geweest indien het flirten was vastgelegd op een met de hand geschreven brief, voorzien van een vleugje Chanel. Veel romantischer bovendien, weet ik u al denken.
Of dat flirten onschuldig was, of een reden tot scheiden, dat is in wezen iets voor het koppel zelf, en wanneer zij daar zelf niet uit raken voor een bemiddelaar, zoals het gerecht. Maar steekt u zich, als een would be advocaat-acteur, alstublieft niet weg achter dat woordje virtueel. Tenzij u een rol in nieuw-Vlaamsche soapserie ambieert.
Camps&Dewulf: Chatbox (PDF, DM 30/09/2005)