Wat, zo vroeg ik mij nadien af, heeft mij in godsnaam bezield om uitgerekend naar deze film te gaan kijken? Het moet Scarlett Johansson geweest zijn, die we eerder nog in Lost in Translation bijzonder wisten te appreciëren. Of het weinige dat we dachten te weten over de film, en ons een beetje aan Logan’s Run of zelfs Gattaca deed denken. Of nee, laten we het toch maar op Scarlett Johansson houden.
Waarschuwing: slight spoilers ahead. Als u, tegen beter weten in, toch van plan bent deze film te bekijken –wat ik u ten stelligste afraad– leest u misschien beter niet verder. Niet dat er veel plot te vinden is.

Het thema van de film kwam reeds menigmaal (en vele keren beter) aan bod in Science Fiction literatuur en films, en werd ondertussen reeds volledig uitgehold. Vroeger ging het nog om robotten en artificiële intelligentie, vandaag gaat het om klonen. We moeten immers meegaan met onze tijd, en in onze tijd worden mensen gekloond voor organ harvesting.
Lincoln Six Echo (Ewan McGregor) en Jordan Two Delta (Scarlett Johansson) zijn twee zulke een klonen. Levende klonen, want hoewel het initieel de bedoeling was de klonen in vegetatieve toestand te ‘bewaren’, bleken de organen hierdoor af te sterven, waardoor het noodzakelijk was de klonen te laten ‘geboren’ worden.
Ze krijgen een verhaaltje opgedist over een besmetting op aarde, en hoe zij de enige overlevenden zijn. Slechts één plaats op aarde is nog besmettingsvrij: het eiland. Op geregelde tijdstippen is er een loterij, waarbij de winnaars naar dat eiland mogen vertrekken. In werkelijkheid worden ze gedood, zodat hun organen kunnen worden getransplanteerd. Alles verloopt vlot, tot een van de klonen, Lincoln Six Echo, vreemde dromen krijgt en zich vragen begint te stellen. De dromen zijn niets minder dan het geheugen van zijn ‘sponsor’ (ofte ‘het origineel’) dat zich in hem ontwikkelt (yeah right).

Lincoln Six Echo slaagt erin te ontsnappen, en samen met Jordan Two Delta, gaat hij op zoek naar zijn ‘sponsor’. Tot zover het eerste deel. Wat volgt is een spektakelfilm, met de gewoonlijke rommel: achtervolgingen, vuurgevechten, ontploffingen, crashes, doden, gewonden.
In gans de film worden de clichés niet gespaard, zo ook niet de verschrikkelijk voorspelbare verwisseling van de ‘sponsor’ en de kloon, en het einde, waarin alles vanzelfsprekend afloopt zoals u het al van bij het begin van mijlenver ziet aankomen. Bovendien lijkt er een heleboel niet te kloppen: het geheugen wordt genetisch doorgegeven; klonen die eerst de meest eenvoudige handelingen met moeite kunnen uitvoeren kunnen nadien probleemloos high-tech toestellen, voertuigen en wapens bedienen; sexuele driften worden onderdrukt door seksualiteit te verzwijgen (zonder drugs of psychologie), al worden mannen en vrouwen zoveel mogelijk gescheiden, en worden vrouwen wel zwanger. En ga zo maar door.
Deze film is zowel inhoudelijk, als visueel, als eigenlijk op elk ander vlak waardeloos. Zelfs Scarlett Johansson zag er stukken beter uit in Lost in Translation. Onvoorwaardelijk te vermijden.
The Island (2005), van Michael Bay met Scarlett Johansson en Ewan McGregor, gezien in de Decascoop aan Ter Platen.
(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)