“Allez, gaat gij mij nu die tetanos-shot geven?”
– Huh? Wie is hier eigenlijk den dokter?
“Ik kan het toch moeilijk aan mijn eigen geven…”
Eergisteren kreeg ik van mijn privé arts mijn tienjaarlijkse tetanos inenting (tegenwoordig samen verpakt met een gelijkaardig voorbehoedsmiddel tegen difterie). Het leek mij toen opportuun: het medicijn lag al een week of zo in onze ijskast te onderkoelen, en ik was net daags tevoren begonnen aan de ‘groten opkuis’ van onzen hof (meer daarover later –denk ik). Kortom: tetanosrisico’s alom (let op het subtiele binnenrijm).
Even de broek afsteken, ’t klein kind uithangen uit schrik voor de prik, niks gevoeld, en gelijk nen groten in den hof gaan verderwerken. (Maar geen lekstok gekregen van mevrouw den docteur.)
Toegegeven, Tessa kon moeilijk in haar eigen derrière gaan prikken. Ik al evenmin, om eerlijk te blijven: als het dan misgaat, kan ze immers niet overnemen en corrigeren. In de arm dan maar.
– Enne, hoe diep moet ik steken?
“Intramusculair.”
– Jaja, en hoe diep is dat?
“Nijp mijn vel hier zowat samen, kijk zo, en dan reinigen met ontsmettingsalcohol, en dan steken.”
– Errrr…
“Och, ’t is al goed, geef hier…”
Naald erin, vaccin in de spier, naald eruit.
“En nu nog ne keer duwen, en wat wrijven, zodat het middel wat verdeeld wordt. Allez, zo.”
Eh voila, gedaan. En anders dan ne keer in haar vel genepen en met een watteke vol ontsmettingsalcohol gewreven, heb ik niks gedaan.
“Broekschijter,” zei ze nog net niet, maar ik zag het haar zo denken.