In Parijs kreeg ik van Tessa een klein boekje cadeau. Ik was al een tijdje aan het klagen over hoe moeilijk het precies was om een receptenboekje voor koekjes te vinden, en in één of andere Parijse librairie kwam ze met Petits Gâteaux aanzetten. Er staat o.a. een recept voor soezen en eclairs in, dat ik binnenkort eens wil proberen, maar deze biscuits chocolat canelle schreeuwden me onmiddellijk tegemoet.
Benodigdheden
- 125 g boter op kamertemperatuur (zacht dus, maar niet gesmolten)
- 115 g poedersuiker (heb ik niet, dus ik heb kristalsuiker gebruikt
- 1 groot, licht losgeklopt, ei
- een snuifje zout
- een weinig vanille-extract
- 220 g bloem (een deel van de bloem kan door maïszetmeel worden vervangen)
- 30 g ongesuikerde cacaopoeder
- een weinig bakpoeder
- kaneel naar smaak
I.p.v. kaneel heb ik speculaaskruiden gebruikt (gekocht bij Vits-Staelens, Bij Sint-Jacobs).
Zo gemaakt
Meng de suiker en de boter, en klop ze stevig door elkaar, zodat het mengsel wit wordt. Voeg er vervolgens het reeds lichtjes losgeklopt ei bij en wat vanille-extract, terwijl u alles goed ondereen blijft mengen. In een tweede kom mengt u de gezeefde bloem, de cacao, het bakpoeder en de kaneel (of speculaaskruiden).
Voeg het bloemmengsel bij het botermengsel, en meng dat tot een soepel deeg. Plaats het deeg gedurende minstens een half uur in de koelkast. Ik heb de gewoonte om het deeg eerst op wat vershoudfolie te plaatsen, dat te sluiten, en dan met de hand plat te drukken.
Verwarm de over voor op 190°C.
Na een halfuurtje haalt u het deeg uit de koelkast, en plat het verder af tot zo’n halve centimeter dikte (nee, ik gebruik geen liniaal). Gezien het deeg wat nu opgesteven is, gaat dat platdrukken gemakkelijker met een deegrol (laat het deeg in de vershoudfolie).
Nu het plezante werk: de vormpjes. De eerste keer dat ik de koekjes maakte, had ik er Henri’s naam in gesneden. Ik had het deeg evenwel te dik gelaten (bijna een volle centimeter, i.p.v. een halve), waardoor de letters een beetje dicht waren gebakken.
Deze keer heb ik gewoon ronde vormpjes met uitgeduwd.
Leg de gevormde koekjes op bakpapier, en zet ze maximaal 10 minuten in de oven. Let op, de baktijd is sterk afhankelijk van de dikte van de koekjes. Dunne koekjes moeten minder lang bakken.
De overschot heb ik platgeduwd tot een grote ronde en dikkere koek, die we daarna hebben verdeeld. De koekjes blijven een week goed in een luchtdichte container. Smakelijk.
Hoor je dat geluid? Da’s mijn buik die rommelt, bij het zien van al dat lekkers…
Dat ziet er dus weer goed uit, al bijna even goed als de mini Chelsea buns! En goed dat die zijn/waren!!