Gisteren nog, tijdens de grote vertraging, werd ik aan de andere kant van het gangpad geflankeerd door een geheel in het roze getooide juffrouw, die ooit nog beter bekend was geweest dan nu met de zwart getooide juffrouw tegenover haar. Miss Pink heeft gedurende de lange rit voortdurend over zichzelf, haar liefdes, films, series, en haar andere interesses en problemen zitten babbelen (tiens, een beetje gelijk ik dat hier doe), met Miss Black in een voornamelijk luisterende rol.
Vandaag was het mijn beurt. Naast mij kwam ex-collega J. zitten (op de enige plaats die in de wagon nog vrij was –over toeval gesproken). Ik heb met J. een paar jaar samengewerkt op mijn vorige job, en ze was altijd heel sympathiek. Ze heeft uitvoerig gepraat over hoe het er nu aan toegaat –en dat blijkt bijna geheel onveranderd te zijn aan hoe het was toen ik er ook werkte. En nu ik erover denk is dat heel vergelijkbaar aan hoe de zaken hier gebeuren. De ene lobbygroep is duidelijk de andere, zelfs al bestrijken ze heel verschillende domeinen.
Het was leuk om J. nog eens te zien, en de vertrouwde roddels over de vertrouwde mensen te horen. Dat ze het soms (vaak) nog over me hebben, en dat het internet (niet het extranet) nu een grote soep is. En dat ze veel reist voor het werk, en een huis gekocht heeft, en een promotie heeft gekregen (dat zat eraan te komen, en was heel verdiend, merkte ik op).
J. ging eraf in Centraal, met de belofte iedereen de groeten te doen, en de hoop dat we elkaar nog wel eens zouden tegenkomen, op de trein of zo. Zouden mijn medepassagiers –net zoals ik gisteren– haar verhaal vanochtend ook zo aandachtig hebben gevolgd?