Een tijdje geleden was het week van de soep. We waren eigenlijk een beetje van plan om daar iets rond te doen met Het Project, maar wegens tijdsgebrek en toestanden is het er voorlopig niet van gekomen. Voorlopig, want mogelijks komt er toch een soepreeks in iets gewijzigde vorm. Mogelijks ook niet. Don’t hold your breath. (Oudt uuw aadèm niet in, pour les Flamands.)
Ik drink al soep van sinds ik klein was. Echt waar. Niets zo goed al een flinke tas heldere bouillon als ge ziekt waart –ik zou er ziek voor geworden zijn. En waar dan brokjes groenten in werden gebracht naarmate ge beter werdt. Zelf paskskessoep ging er vlot in (bij voorkeur de kippensoep van Royco, bij ons ook wel ‘afwaswater’ genoemd).
Van bouillon naar hutsepot was een lange weg, maar ook alles wat zich daartussen bevond, tot waterzooi en bouillabaisse toe, werd met evenveel smaak opgegeten. Zelfs borsjt (in Polen gegeten).
Soep is bovendien verschrikkelijk gemakkelijk te maken. Ik zorg er altijd voor dat ik wat emmertjes diepgevroren maar zelfgemaakte bouillon in huis heb, die ik dan gebruik als basis voor de soep. Maar je kan net zo goed bouillonblokjes gebruiken.
Bouillon maken is evenwel heel simpel. Alle overschot van rauw vlees kan dienen: het karkas van een kip, waarvan je poten, vleugels en filets hebt verwijderd; of het been van die T-Bone die toch te groot was om in de pan te krijgen, en waarbij je het vlees dan maar van het been hebt verwijderd; of een schenkel, of ander soepvlees dat je speciaal voor de bouillon hebt gekocht. Smijt het in een diepe pan, voeg er twee dikke wortels, een ui, en selder aan toe, en overgiet rijkelijk met water (alle ingrediënten moeten onder staan). Laat een uur of drie-vier op een laag vuur trekken. Lees ondertussen een boek, bekijk een film, doe de afwas, of maak uw bed op. Het is úw huishouden.
Soep is net zo gemakkelijk. Pak nu tomatensoep. Braad in een pan een ui glazig, snij ondertussen een paprika in stukjes en voeg die toe; voeg er dan zes tomaten –in kwartjes verdeeld– aan toe, en laat een half uurtje sudderen (slow food). Warm ondertussen in een andere pan een liter bouillon op (van de voorraad uit de diepvries), en voeg die –eenmaal opgewarmd– aan de andere pan toe. Laat even sudderen, bijkruiden, de mixer erop, en klaar.
Daar kunnen natuurlijk nog balletjes bij. 300g gehakt, één ei, één beschuit, en wat kruiden (peper en zout is al goed) door elkaar mengen, balletjes van maken, en aan de soep toevoegen. Sommige mensen maken liever hun balletjes in een afzonderlijke pan met water, om zo vet en andere onzuiverheden zoveel mogelijk uit hun soep te weren. Maar zo raak je natuurlijk ook een deel van de smaak kwijt.
Heel eenvoudig dus, zeer lekker, en even zo gezond. (En het is rapper klaar dan het mij tijd heeft gekost om dit allemaal uit te schrijven.)
Ik wil ook soep vanavond maar de kans is groot dat mijne schat de laatste portie versgemaakte tomaten-groentesoep deze middag met plezier heeft opgedronken 🙁
Bruno, ge zijt een blogkok aan het worden! Piet Huysentruyt heeft zijn kans verkeken. Op naar uw eerste ster zou ik zeggen.
amai zo een mooie ode aan de soep! ik denk er net hetzelfde over maar had het niet beter kunnen zeggen.