Tsja, en dan was er nog de geplande Bijloke-date, zaterdag. Op naar de 19e en zelfs 20e eeuw, met volgend programma:
- Bartók: Hongaarse Boerenliederen
- Brahms: Concerto voor Viool en Cello, Opus 102
- Liszt: Symfonisch Gedicht, Nr. 12: ‘Die Ideale’
- Kodály: Dansen uit Galanta
Het begon eigenlijk een beetje voorzichtig met Bartók. Een werk uit 1933, en al ben ik dan verslingerd aan Music for Strings, Percussion and Celesta (in een uitvoering van Mavrinsky), dit kon me niet geheel overtuigen. Alsof het orkest eerst moest warmgedraaid worden.
(Uit Music for Strings, Percussion and Celesta werd ooit de tune voor het VRTnieuws gehaald.)
Het Concerto voor Viool en Cello van Brahms. Ach Brahms was al meteen wat anders. De passie kon niet op: er was een meer dan behoorlijke symbiose tussen beide solisten, en het publiek kreeg waar het voor gekomen was. De muzikanten werden achteraf trouwens navenant beloond met woest voetgeroffel. Marie Hallynck (de celliste) leek wel heel erg in trance; beide solisten wiegden als twee treurige elzen in een herfstwind. Maar mooi dat het was.
Pauze, en dan Liszt. Ik ben geen fan van Liszt. Ik vind het saai, oppervlakkig en uniform. En dan mogen ze bij De Bijloke nog honderd keer schrijven: Die Ideale, naar een gedicht van Schiller, vertelt geen verhaal maar brengt sfeer. Was het trouwens geen tijdgenoot die ooit schreef: ‘De mens hoort alleen datgene wat hij verstaat’!?
. Jammer, maar dan heb ik er helaas niets van verstaan. Next.
Want Kodály, daar hadden ze pas fun mee. Opnieuw 1933, maar dit klonk geheel anders dan het stuk van Bartók. Veel meer leven, veel meer plezier; je kon de muzikanten geamuseerd hun partituur zien lezen alsof het de eerste keer was dat ze die onder ogen kregen. En weer kregen ze het publiek op de hand.
Een langgerekt applaus aan het einde, dat na de derde terugkomst van de dirigent abrupt werd onderbroken door een handgebaar, en de aanhef van… toch wel, een van Brahms’ Hongaarse Dansen. De eerste keer dit seizoen dat ik een encore heb gekregen.
“Kodály, Brahms, Bartók, Liszt”, werd opgevoerd in De Bijloke op zaterdag 19 maart.
(Volgende afspraak: 1 april voor de opera, 14 april voor De Bijloke. U mag weer even ademhalen.)