Die zag ik niet aankomen

Twee (heel) prille twintigers poten een tank van een Mercedes (een GLK of een M) voor mijn poort, en plannen een bezoekje bij mijn buurman, de gynaecoloog. Ik zucht, open het vensterraam, en spreek mijn gewoonlijke begroeting.

“Excuseer, maar u staat voor een poort.”

“Ja, maar ’t is niets, we moeten gewoon bij de dokter zijn.”

Zucht. Natuurlijk is het ‘niets’ voor u, juffrouwkes, maar ge staat wel voor mijn poort, denk ik.

“Dat geloof ik graag,” zeg ik luidop, “maar kijk: daar en daar en daar en daar heeft u plaats om uw voertuig te parkeren, zonder iemand te hinderen.” Hulpvaardig als ik ben, wijs ik naar een paar plaatsen, waarvan er twee aan dezelfde kant van de straat (een meter of vijf of tien ver), en twee aan de overkant van de straat liggen.

“Moet ge weg misschien? Hé? Moet ge nu weg? Nu, nu, nu, nu, nu?!”

“Kan u gewoon even uw voertuig verplaatsen?”, antwoord ik luchtig, “Er is plaats genoeg hé?” Ik plak er een sprankelende glimlach achteraan.

“Nee, maar, moet ge weg soms? Wij moeten gewoon bij de gynaecoloog zijn. Hé? Moet ge nu-nu-nu-nu-nu weg?”

Ik blijf vriendelijk glimlachen. “Als u zich gewoon even wil verplaatsen. Het was al gebeurd op de tijd dat wij deze conversatie nu hebben.”

“Weet ge wat ik gewoon zou willen doen?”, bijt de juffrouw mij toe, “een kogel door uw kop schieten.” En als ze op haar voertuig afstapt voegt ze eraan toe: “meer dan één zelfs.”

Terwijl ze haar wagen drie huizen verplaatst, spreekt plots ook haar vriendin, die aan de voordeur van buurman blijft wachten. “En ik zou meehelpen.”

5 gedachtes over “Die zag ik niet aankomen”

  1. Spijtig dat Gé zelf geen wielklemmen op die auto moogt zetten en dan naar het centrum moet voor een boodschap en vervolgens een briefje onder hun ruitenwissers steekt met de mededeling ‘het is maar voor eventjes, ik neem aan dat u niet nu nu nu moet vertrekken en nog wel een praatje met uw dokter kunt slaan of een koffie gaan drinken’

  2. Ocharme het kind trouwens dat zijn of haar moeder dergelijke opmerking hoort maken. Benieuwd hoe ze ooit zelf gaat reageren wanneer ze haar kind zo hoort uitvliegen tegen iemand die een beleefde en terechte opmerking maakt. Triestig.

  3. niet te geloven! wat is dat toch tegenwoordig????
    straks moet je, je uurrooster aan je garagepoort hangen!!!!!

  4. Troost u, ik zou willen schrijven dat ik van niet veel meer sta te kijken, maar het verbijstert mij steeds opnieuw.

Reacties zijn gesloten.