Een chalet, in de Zoologischer Garten Berlin. En het ziet er helemaal onbewoond uit. Een reistip?
Tag: rolleiflex
De overwinning
Appelsiensapke
vijf maanden vs vier vraagjes
Vijf maanden heeft Pieter moeten wachten op de antwoorden op een aantal niet eens zo moeilijke vragen. Nochtans stond al die tijd bovenaan de Bookmarks Bar van Safari een grote button OPVOLGEN! naar mij te schreeuwen. Geflankeerd door (links) Copy Paste Character en (rechts) mijn 21k plan: zaken die ik bijna dagelijks ‘gebruik’. Met andere woorden: ik heb geen excuus. (Maar ik ben zeker dat Leterme I er voor iets tussen zit.)
Wat heb je deze camera betaald?
Ondertussen weet ik al niet meer hoeveel ik er voor heb betaald, maar het was zeker minder dan 1.000 USD –om te rekenen aan de toen (voor ons) fantastisch positieve wisselkoers. Het toestel was in nieuwstaat (en is dat eigenlijk nog steeds). Ik weet nog dat ik zeer intensief een aantal winkels én ebay in de gaten heb gehouden, maar bij KEH kwam er plots één beschikbaar voor een spotprijs. Zo goedkoop dat ik het verdacht vond, maar er blijkt helemaal niets mis mee.
Vind je twee-oogig, eerder een voor- of een nadeel?
Het grootste nadeel –dan hebben we dat meteen van de baan– is dat de lens niet verwisselbaar is. Maar onoverkomelijk is dat niet echt –integendeel. Met een vaste lens –in beide betekenissen: noch zoom noch verwisselbaar– zijt ge al meteen een paar –veelal eigenlijk overbodige– keuzes kwijt. Staat uw onderwerp te veraf? Zet dan een paar stappen dichterbij. Staat het te dicht, ga dan wat achteruit.
Bovendien heeft Rollei van die Heidosmat-Rolleinar voorzetlenzen, die men gewoon op de beide ogen draait, en hopsa: we kunnen nog dichter bij ons onderwerp. Uitstekende voorzetlenzen overigens, in drie ‘versies’: dicht, dichter, dichtst.
Een zeer groot voordeel aan de twee-oog, is dat er –i.t.t. de reflex– geen spiegel heen en weer klapt. Zo’n twee-oog is eigenlijk een rangefinder gelijk een Leica, en heeft dus geen –of verwaarloosbare– sluitervibratie. Heel handig bij lange sluitertijden.
Heb je een voorkeur om met een top-view zoeker te werken of liever straight viewer?
Top view: shoot from the hip. Een straight viewer maakt een camera meteen veel lomper en zwaarder, en zo bovenaanzicht laat mij nog meer toe om mij op het onderwerp te concentreren. Het is enorm elegant en compact, met zo’n ‘opklapdoosje’ waardoor men naar het onderwerp kijkt. Ik ben een groot fan!
Wat denk je van nog grotere formaten, zoals 6-7 of 6-9?
Grotere medium formaten oefenen niet meteen een aantrekkingskracht op mij uit, om een aantal redenen. Als mogelijks belangrijkste reden, ben ik zeer te vinden voor het vierkant formaat. Alweer: geen tijd verliezen met landscape of portrait; het vierkant werkt heel natuurlijk, heel vanzelfsprekend.
De kwaliteitswinst door het grotere negatiefformaat van 6×7 of 6×9 is voor mij niet doorslaggevend genoeg; zeker niet als de camera’s daardoor vaak ook een pak zwaarder en logger worden. Veeleer zou ik dan de stap zetten naar large format 4×5 (dat zijn dan inches i.p.v. centimeters). Zo’n Shen Hao bijvoorbeeld.
Destijds ben ik er mijn post mee geëindigd, en het geldt nog steeds: dit is voor mij het ideale middenformaat toestel.
negenendertig
En Bruno, wat hebt gij allemaal gedaan vandaag?
Och: uitgeslapen, ontbeten, gelopen, steak gegrilled, een Philips Wake-up Light ontvangen, twee uur geskyped met Italië (*), chocolade van Pierre Marcolini gegeten en espresso gedronken.
Oh kijk: een hondje.
(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)
—
(*) Morgen meer daarover.
zicht op mist
(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)
En hoewel ik wel fan ben van mist, vind ik het nog steeds te koud. Binnenkort steek ik ook de haard/kachel nog eens aan. Anyway, een slaapkamer moet dagelijks verlucht worden. Koud of niet.
(Hey tiens, deze plaats ligt zowat vlak boven die in de foto van gisteren.)
pokkekoud
(Rolleiflex FX 80mm f/2.8, Fuji Reala, 100ASA)
’t Is echt wel megakoud. Henri zet ’s ochtends zelfs de kap van zijn pull op omdat anders “zijn oren eraf vriezen”. Wij vinden dat lichtjes overdreven, maar het ziet ernaar uit dat we toch een deftige winter tegemoet gaan. Al mag daar gerust opnieuw wat sneeuw bij zijn, als de weergoden –in een vlaag van nostalgie– dan toch insisteren de temperatuur tot onder nul laten zaken.
Het is zelfs lastiger om die eerste moeilijke stap te zetten en het huis uit te gaan om te lopen. Gelukkig heeft mijn doktertje uit het verre California wat warmte meegebracht, en een paar looppulls van The North Face –al is een Amerikaanse medium eerder een Europese (X)Large, zo was ik vergeten. Oh, en nieuwe loopschoenen ook (voor een derde van de prijs alhier –en dan hebben we die dollars nog niet eens naar euro’s geconverteerd voor die berekening).
Hebt u het ook zo koud?