de kern

Interessant standpunt, verwoord door Yves Desmet in DM vandaag: Kern van de zaak: de toekomst

In de tijd van onze ouders of grootouders gingen mensen met pensioen op hun 65ste en leefden ze gemiddeld tot hun 73ste. Voor iedere gepensioneerde waren er toen bovendien vier actieven die bijdragen storten. Omgerekend werd van iedere actieve dus de solidariteit verwacht om twee pensioenjaren te financieren.

Vandaag wil men blijven uittreden op 57 en leeft men gemiddeld tot zijn 81ste. En dat in een samen leving waar voor iedere gepensioneerde nog maar twee actieven bezig zullen zijn. Van iedere actieve wordt dus binnen enkele jaren ver wacht dat hij liefst 12 pensioenjaren van een gepensioneerde zal moeten financieren. Een verzesvoudiging van de solidariteit die van jonge actieven wordt gevraagd voor de ouderen. Een oudere generatie die, weze het lang niet rechtvaardig onderling verdeeld, vandaag al 60 procent van het Belgische vermogen in handen heeft.

[…] kan men de kinderen van vandaag echt vragen om tijdens hun carrière het zesvoudige bij te dragen voor de pensioenen van de mensen die in hun eigen carrière maar een zesde daarvan hebben bijgedragen? Hoe vind je een compromis tussen de uitputting van leeggeknepen mensen in sommige sectoren (want ook niet iedere oudere werknemer zit in een zwaar beroep) en het recht van volgende generaties om niet alleen voor die ouderen, maar ook een beetje voor zichzelf te mogen werken? Net zoals die ouderen als actieven dat trouwens zelf hebben gedaan?

Dat is de basisvraag waarop de vakbonden tot hiertoe nog geen antwoord, laat staan een alternatief hebben geformuleerd.

(Kopen, die krant.)

de opdracht (ii)

“Bollaert!”

-Ja, Chef.

“Zoals ge misschien gemerkt hebt, hebben we een nieuwe firewall.”

-Jawel, Chef.

“Ge hebt nu twee weken films kunnen zien, dus wij dachten dat het nu wel weer tijd was voor het werk.”

-Natuurlijk, Chef.

“Dus hebben we de IMAP- en POP3-poorten gesloten, en de meeste cookies worden nu tegengehouden door de Spyware Interceptor.”

-De wat, Chef?

“De Spyware Interceptor, Bollaert! Alles wordt gescreened voor het op uw computer komt. Hebt ge daar soms een probleem mee?!”

-Nee, Chef.

“Dus geen externe e-mail, geen on-line krant, geen porno.”

-Maar, Chef, ik heb geen…

“Geen porno, zeg ik, Bollaert!”

-Natuurlijk niet, Chef.

“En vergeet straks niet naar mijn bureau te komen.”

-Nee, Chef.

[FF05] Die Bluthochzeit (De Bloedbruiloft)

Bedorven garnalen laten het huwelijksfeest van Sophie Halberstadt en Mark Walzer ontaarden in totale chaos. Want wanneer de garnalen in het voorgerecht van hun bruiloftsmaal allesbehalve vers blijken, stappen de feestvierders op, daartoe aangespoord door Marks vader, Herman Walzer. Walzer weigert bovendien het gelag te betalen, maar in de chaos die op het vertrek volgt, vergeet hij daarbij zijn vrouw en de bruid van zijn zoon, die door de herbergier, Franz Berger, in de toiletten worden opgesloten. De prijs voor hun vrijlating: de vereffening van de rekening. Dat is echter buiten de trots van Walzer gerekend, en prompt lijkt de plaats van de bruiloft herschapen tot een klein slagveld.

still from the movie

Het verhaal van deze film is ontleend aan het scenario dat Jean Van Hamme schreef voor het stripverhaal Lune de guerre (getekend door Hermann). Van Hamme is ook de man achter stripreeksen zoals XII, Thorgal, en Largo Winch, en maakte, samen met tekenaar Grzegorz Rosinski (waarmee hij ook al samenwerkte voor Thorgal) het epische Le grand pouvoir du Chninkel (uit 1988).

Het stripverhaal roept een sfeer op zoals in Thomas Vinterbergs Festen. Het was destijds (het stripverhaal verscheen in 2000) niet verwonderlijk geweest indien Van Hamme en Hermann daar hun inspiratie hadden gevonden, al bleek achteraf dat het verhaal –gedeeltelijk (de eerste zes pagina’s)– echt gebeurd was. Er blijven niettemin parallellen tussen beide scenario’s.

still from the movie

Boek en film (in casu: stripverhaal en film) horen normaal gezien los van elkaar. De film is een interpretatie van het boek, waarbij tot op zekere hoogte kan worden afgeweken van het origineel. Deruddere, die het scenario voor zijn film heeft aangepast, is echter dermate voorbij gegaan aan het oorspronkelijk concept, dat van de kracht van het samengebalde verhaal bijna niets meer is overgebleven.

De confrontatie tussen Walzer en Berger is niet het belangrijkste thema in het scenario van Van Hamme. De scenarist schetst, in naturalistische traditie, het portret van Herman Walzer en diens destructieve invloed op zijn entourage. Walzer is in het stripverhaal een despoot (helaas niet verlicht), die op niets ontziende wijze met zijn medemensen omgaat. De bruid –in het stripverhaal– is zwanger, echter niet van bruidegom Mark, maar van vader Walzer zelf; Mark krijgt dat pas te horen op het bruiloftsfeest. Tijdens datzelfde feest is Herman Walzer overigens niet te beroerd om Marks moeder te verleiden.

still from the movie

Stripverhaal en film kan je hier maar moeilijk los zien van elkaar. Het scenario is sterk genoeg om, zoals het is, verfilmd te worden, waarbij voor de regisseur genoeg ruimte blijft om een aantal situaties verder uit te diepen, en bijvoorbeeld bepaalde personages uitgebreider voor te stellen. Essentieel blijven echter het verhaal, en de centrale positie die de figuur van Herman Walzer daarbij inneemt.

Deruddere heeft zijn kans gemist. In plaats van een degelijk uitgewerkte film, is Die Bluthochzeit (De Bloedbruiloft) een onding geworden, met spanning en humor die moeilijk worden gecombineerd. Deruddere meende het verhaal te moeten interpreteren als een metafoor voor een wereldproblematiek, waarin hij vooral wou benadrukken dat, hoe slecht de zaken ook gaan, er altijd een oplossing mogelijk is. Het naturalistische element is hij volledig uit het oog verloren.

Die Bluthochzeit (De Bloedbruiloft) van Dominique Deruddere. Wordt in de Belgische zalen verwacht vanaf 26 oktober.

Lune de guerre, door Jean Van Hamme en Hermann. Te verkrijgen bij uw striphandelaar, of via amazon

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

bloeddinges

Slechts zelden zich iemand in zoveel bochten weten te wringen als Jan Temmerman (filmrecensent DM) daarnet op Radio1 voor een korte bespreking van De Bloedbruiloft.

Bespreking is evenwel niet het juiste woord, want hij slaagde er wonderwel in geen enkel oordeel over de film kenbaar te maken. In plaats daarvan kregen we als antwoord op “toch was het applaus slechts heel minimaal” te horen dat in bepaalde zalen de akoestiek wel heel slecht was, en geluid (zoals applaus) daardoor sterk gedempt wordt. Het publiek was ook niet het juiste publiek voor de film, want we hadden hier te maken met een publiek dat niet gewoon was naar de cinema te komen, en daardoor deze film misschien niet kon smaken.

In een zwak (sterk?) moment gaf hij evenwel toe dat, indien de naam Deruddere niet op de aftiteling zou voorkomen, deze film waarschijnlijk niet eens bij ons in de cinema zou terecht komen. Maar, zo sprak hij meteen goed, heeft dat hoogst waarschijnlijk ook iets te maken met het feit dat we hier gewoon weinig duitstalige films te zien krijgen.

Elke dag vijf keer herhalen, meneer Temmerman, en dan gaat u het zelf nog geloven ook.

asleep

Na twee jaar (of zijn het er al drie), is het wel bijzonder pover gesteld met de batterij van de powerbook.

Na amper tien minuten mocht ik terug naar boven vluchten omdat mijn desktop even gehaast in sleep mode verdween. (En neen, ik heb geen zin om met het netsnoer terug naar beneden te keren.)

[FF05] in de rapte

Nog gauw even over de films van vandaag. Een verdere bespreking volgt nog wel. Denk ik.

  • De Bloedbruiloft: aaarrrgghhh! Onding! Deruddere heeft zijn ziel en de rechten reeds aan Hollywood verkocht. Brol. Schande.
  • Le Petit Lieutenant: heel schoon, met een zeer sterk einde. Nathalie Baye die rechtsreeks in de lens kijkt. Dat werkt bijna nooit, maar hier dus wél. Sterk.
  • Be with me: mooie film, met zeer goede fotografie, maar de verhaallijnen waren niet aan mij besteed. Maar schone fotografie (heb ik dat al gezegd?). Ik had de indruk dat het meer een documentaire dan een fictiefilm was.
  • Oechul (April Snow): een ogenschijnlijk banaal plot wordt uitgewerkt tot een geblanceerde en indringende film.

Voor wie morgenavond nog gaat, kan ik Texture of Skin aanraden (dromerig, poëtisch, maar niks wereldschokkends), Le Petit Lieutenant (realistisch, hartverscheurend), Walk the Line (voor wie dat soort rock ’n roll film wil zien). Ik verwacht ook veel van The Piano Tuner of Earthquakes, maar zal hem helaas niet op het festival gezien hebben. Hopelijk wordt hij achteraf nog gereleased.

het probleem (iv)

Twee weken was Nico met haar samen geweest. ‘Officieel’ dan toch. Op het moment dat de relatie niet langer verborgen hoefde te blijven, was het Laura genoeg geweest, en had ze reeds beslist niet langer bij Nico in te wonen. Nu ja, Nico niet langer bij haar te laten inwonen. Zo ongeveer.

Ze hadden samen een flat gehuurd in de binnenstad. Enkel haar naam werd op het huurcontract vermeld, al zette ook Nico er elke week wel een beetje geld voor opzij. De spanning van het verborgene had hun relatie van het nodige vuur voorzien, en Laura had er zorgvuldig op gelet geen andere mannen in de flat binnen te brengen. Daarbuiten was trouwens nog genoeg plaats.

Nico had Laura leren kennen in de zomer van 2004, diezelfde zomer van het trio. Laura was daarbij niet betrokken geweest, maar wel haar hartsvriendin, Isa. Destijds had hij die trio liever met Laura gezien, want Isa was niet zijn eerste keuze geweest. Hij vond het echter belangrijk dat niet hij maar Judith het tweede meisje koos. Voor een vlottere gang van zaken, zo had hij geredeneerd. Zolang ze maar niet te lelijk was.

Laura had de kleinste borsten die Nico ooit had gezien. Je kon het eigenlijk amper borsten noemen, had ze hem toegefluisterd, waarop ze beiden in de voorraadkamer achter in de bar waren verdwenen. De voorraadkamer bevatte slechts lege kratten drank, en de kans was heel gering dat er nog iemand op dat uur nog zou langskomen. Laura liet hem eerst onder haar trui tasten naar haar gebrek aan welving. Nico was er onmiddellijk weg van. Hij vond de glooiing subtiel, en genoot van Laura’s tepels die hard tegens zijn handpalmen duwden.

het probleem (iii)

Judith wou me graag terug zien. We hadden elkaar opnieuw gevonden tussen twee films door, net als gisteren. Een tweede koffie stond reeds klaar. (Anders had ik hem zelf wel gedronken, glimlachte ze.)

Nu kon het eventjes niet, zuchtte ze, want ze vertrok morgen op reis. Judith maakte immers een film. Ze had lang aan het scenario gewerkt, meer dan drie jaar, en nu het eindelijk afgewerkt was, diende haar film zo snel mogelijk te worden ingeblikt.

Eerder had Judith twee kortfilms uitgebracht waarvan er één zelfs een prijs had gewonnen, wat haar meteen had gedoemd tot ‘grote belofte’. Vandaar dat ze ook zo lang aan het scenario had geschreven: het script was waterdicht, er was geen detail over het hoofd gezien. Gezien haar prijs, en dus haar verdoemenis, was ze er bovendien in korte tijdspanne ook in geslaagd de medewerking te verkrijgen van haar favoriete acteurs.

Voor ze afscheid nam, had ze me nog gauw een print out in de handen geduwd. Het gaf me niet alleen iets om mij aan haar te herinneren terwijl ze weg was, maar ik zou er haar ook beter door leren kennen. En wanneer ze terug was, dan zouden we wel weer verder zien. Ze gaf me nog haar GSM nummer, maar eigenlijk, bekende ze er onmiddellijk bij, had zij liever het mijne, want als ze eenmaal bezig was op de set, werd ze beter niet gestoord. Alles buiten de set was ook net dat: erbuiten. Dat had hij nooit begrepen.