Maandag was en uitstekende filmdag. Hoewel ik maar drie van de zes geplande films heb gzien (The Tracey Fragments was uitverkocht), was ik zeer blij dat ik ze heb gezien.
Afgaande op de titel en de naam van de regisseur (Dimitri Karakatsanis) was ik ervan uit gegaan dat Small Gods een Engelstalige film zou zijn. Groot was dan ook mijn verrassing wanneer Steffi Peeters de film in het Nederlands begint. Het zou iet de enige verrassing zijn, want dit is een zeer geslaagde film. Goed verhaal, goede cast, goede fotografie, en op zowat elk moment van de film kon ik denken “nu kan het toch alleen maar slechter worden” en dan toch opnieuw verbaasd zijn over het feit dat dezelfde degelijke kwaliteit werd behouden. Niet te missen –de film speelt nog morgen 18 oktober, maar komt nadien hopelijk in de zalen terecht.
Daarna mocht ik naar La Antena (The Aerial), alweer een bijzonder goede film, die zeer creatief gebruik maakt van de conventies van de oudere stille zwartwitfilms. Boeiende film, puike acteerprestaties, verschrikkelijk aangenaam hoe de tussentekst in de film is verwerkt. Speelt alleen nog vanavond 17 oktober –niet te missen.
De derde film was Paranoid Park, gebaserd op het boek van Blake Nelson. Het is een typische Gus Van Sant film geworden, in de stijl van Elephant. Mooie verhaalstructuur, een klein beetje een who dunnit, maar dat is eigenlijk van weinig belang. Een aanrader, nog te zien vandaag 17 en ook op 19 oktober, maar komt gegarandeerd in de cinema terecht.
Dinsdag, gisteren dus, zag ik Gone Baby Gone, het regie-debuut van Ben Affleck, met zijn broertje Casey in de hoofdrol. Niet meteen een blijver, maar zeker niet slecht voor een debuut, met min of meer interessante plot. Caseys tegenspeelster, Michelle Monaghan, speelt eigenlijk ronduit slecht, maar dat hoeft u niet tegen te houden deze film te gaan zien. Geen aanrader, maar goed genoeg om te zien. Speelt nog op 18 en 9 oktober, en achteraf in de bioscoop.