Ongelooflijk, maar ik werd niet tegenhouden door de customs in Chicago. Du jamais vu. Meer nog, er was een ellenlange rij wachtenden, en net waar ik stond werden er een aantal mensen uitgehaald om voor te gaan bij een ander ‘loket’ van immigrations. Waaronder ikzelve: twee minuten ipv (op zijn minst) twintig.
Net toen ik bij de transportband kwam, zag ik mijn valies. Bij de uitgang nam de agent gewoon mijn customs declaration form in ontvangst, en ik was uit de luchthaven, waar ik zonder wachttijd in een taxi kon stappen.
Mijn taxichauffeur was een Assyrian immigrant now proud to be an American. Dat bleek duidelijk uit de Amerikaans en Assyrische vlaggen die overal in zijn voertuig aangebracht waren.
Ik had wel eerst zelf mijn voor hem te zware valies in zijn koffer mogen werpen. Waarna hij met veel misprijzen over het binnenkoetswerk van de kofferruimte wreef, op de plaats waar mijn valies volgens hem net iets te hard tegenaan gebotst was. (Er was niets aan te zien natuurlijk.)
Tijdens de rit bleek hij nogal mee te vallen, en in moeilijk verstaanbaar Engels (Amerikaans ?) probeerde hij een conversatie gaande te houden. Sterke verhalen doen het altijd goed: een paar sappige details over halfnaakte dronken vrouwen, en over vervelende dronken mannen die met hun gezicht tegen de triplex scheidingswand plakten.
“Good thing you have this,” antwoordde ik hem.
“You damn sure ‘bout that. Still remember the day I put that in. Was in ’97.”
OK dacht ik, I’ll take the bait: “did anything specific happen?”
Hij had er geen seconde over na te denken. “Damn right. Two man in my cab. Wanted me to take them to strange part of town. Not many people go there. Me, I never been there before. So when we got there fare was 7 dollars 10 cents. No 6 dollars 10 cents. But they refused to pay.”
“So what happened?” Nu begon ik echt wel nieuwsgierig te worden.
“The man behind me took me by the throat like this,” waarop hij beide handen aan zijn keel hield (midden op de autosnelweg, terwijl we 60 mph reden).
“No way,” riep ik, in de hoop dat zijn handen snel terug naar het stuur gingen.
“Yes! And other guy he went for jacket so I asked what you want. And he said: money. And the other guy he pulled out a gun and put it to my face. And then…. you are Christian, yes?”
Het was meer een bevestiging dan een vraag. Omwille van het verhaal ging ik maar mee: “‘course”.
“Well was like Jesus told me to give money. Not resist but give money, so I gave money.”
Ondertussen zwalpten we van links naar rechts op de autostrade. Onder luid getoeter werden we rechts gepasseerd door een SUV. “They all mad,” was de reactie van mijn chauffeur. “Used to drive for 12-13 hours per day, but not anymore. Too tired now, only 6 hours per day.” Gevolgd door een ganse uitleg die uitmondde in een nieuw verhaal over alweer een schaars geklede vrouw.
“Anyway one guy got out, and other guy still had gun to my face. And he fired. But gun didn’t work. So I thank Jesus again, and”
“Hold on,” bracht ik uit. “What do you mean, the gun didn’t fire?”
“Well, gun didn’t work. Guy fired, but no bullet came out. So he just ran. Should have run them over with cab, but was to surprised. So that’s when I got this panel in. And I never go to that part of town again, not even if they beg.”
En ondertussen waren we bij het hotel aanbeland. Een tip wou hij niet “No, no, is 35, not 38.”
Good evening Sir, and welcome to the Fairmont. Het was een andere wereld waar ik binnenstapte.