…en daar zal u de vruchten van dragen.
Recent werd mijn status verhoogd –ook goden kennen een hiërarchie– en daarmee ook exponentieel mijn macht. Vijf vrouwen werden mij aldus toegekend, waarvan er evenwel slechts twee mijn interesse konden opwekken.
“Gij zijt een god,” zei de eerste lang geleden reeds tegen mij, “en uit u ontspruit mijn godenkind.” En hoewel ik mij daar toen geen barstende hoofpijn bij kon voorstellen, heeft het niet lang geduurd alvorens mijn hoofd in halven werd gespleten en daaruit met luid geschal een kind ontsnapte. “Gij zijt een god,” verkondigde het, “en ik, uw vrucht, haar godenkind. En daarom zal ik uw einde betekenen.”
“Gij zijt mijn god”, zo sprak de tweede, en ze knielde deemoedig om mij te ontvangen. Maar toen ik mij in haar wou storten, richtte zij mij weg, en ontving niet zij mijn zaad, maar de vruchtbare aarde, alwaar terstond gewas verscheen. “Hier komt een plek”, zo sprak zij toen, “die vele mensen zullen betreden. Maar ook wanneer deze vrucht lang zal zijn verdord, zo nog zal ik mij op uw weg bevinden.” En ze knielde deemoedig en nam alsnog mijn zaad tot zich. En toen droeg ook zij mijn vrucht, die zij in negen weken zou voldragen.
Man, seriously, what are you on? I want some! Nee, serieus ff, erg cool geschreven 🙂 Meer!
Ge zijt soms nen raren, vind ik. Maar dat wist ge al, zekers?
🙂
“die zij in negen weken zou voldragen.”
Moet dat niet negen maanden zijn? Of gaat het over Aliens?
Schoon geschreven.
🙂