“De Bijloke wordt en is anders dan een jazzcafé”, zo hoorden we Frank Pauwels vorige week nog vertellen. De Bijloke heeft er nochtans alles aan gedaan om het zo gezellig mogelijk te maken.
Het podium was van de rest van de zaal door een zwaar zwart gordijn afgesloten. Ik kwam in een lege zaal terecht, alwaar een viendelijke jongedame mij vertelde dat het publiek vanavond op het podium zou plaatsnemen. Ik verwachtte even wat tafels en stoelen en een hele hoop kussens op de grond te zien, maar in plaats daarvan was een kleine tribune op het podium bijgezet, met zeven rijen stoelen.
De piano stond –vanuit het publiek gezien– links, geflankeerd door de vibrafoon met recht daarachter, aan de tip van de vleugel de bas, en rechtsachter de drums. De eerste rij, waar ik –na een schijnbeweging naar de derde– plaatsnam, was amper twee meter van de muzikanten verwijderd. Die nabijheid, en de verkleinde concertruimte, zorgden ervoor dat het concert in een aangename intimiteit kon plaatsvinden.
Het concert zette rustig in, maar ging er met het tweede nummer (Kitchen Song) meteen vandoor, om even later (A Bad Memory) alweer heel etherisch naar een soort rustpunt terug te keren. Een afwisseling die kenmerkend zou blijken voor de hele avond. Vooral Pascal Schumacher trad op het voorplan, maar ook Jef Neve trok aan de piano vaak het laken naar zich toe. Hoe wild het spel ook was, Schumacher bleef er de rust en kalmte zelf bij, terwijl Neve –in zijn ondertussen typerende pose– de cool cat uithing. De linkerarm op het pianoframe, en met de rechter op de andere instrumenten inpikkend. Deze jongens zijn duidelijk op elkaar ingespeeld.
Na de pauze zette de set aan met het solomoment: Schumacher zette in op vibrafoon, speelde de bal door naar Neve, die vervolgens Christophe Devisscher op bas en daarna Jens Düppe aan de drums zeer verdienstelijk het hoge woord liet voeren tijdens Monks Mysterioso. Veel kwinkslagen ook, tijdens het concert, voor mij nog steeds een teken dat de ziel er goed in zit. Niet zomaar een doorslag van de CD(s) overigens, maar we kregen zowel oud als nog niet gereleased werk te horen.
Het geluid was bij momenten iets te overweldigend, maar we zaten er dan ook echt bovenop. En dan verkies ik toch wel het concert te beleven dan een quasi steriele vlekkeloze afhaspeling van het repertoire te ondergaan. Jazz moet men tot nader inzien beleven, en de mensen van De Bijloke hebben alvast zeer hun best gedaan om het publiek bij de twee sets te betrekken.
Wat ik al een paar keer heb mogen meemaken in de Bijloke, gebeurde ook nu: tijdens de pauze en na het concert troepte het publiek rond de instrumenten samen. Vooral Schumachers vibrafoon mocht op behoorlijk wat aandacht rekenen. Vlak voor de tweede set van start ging hoorde ik nog een van de concertgangers spreken over de partituur: “Ik ben gaan kijken naar die partituren, en daar staat zeer weinig op. Alleen een paar akkoorden, die uitgeschreven zijn in letters, H7, A9, enz. En dat voor alle nummers. Verbazingwekkend.” Ik houd wel van dat soort eerbied.
Pascal Schumacher Quartet: Modern jazz, postbop & ballads, gezien op 19 oktober in de Concertzaal van De Bijloke. Het volgende concert in de Jazz Rendez-vous reeks vindt plaats op 18 november, als slot van de Staten-Generaal van de Klassieke Muziek 2006. Dan kunt u er vanaf 22u gratis terecht voor het slotconcert van Tricycle.
(Deze bespreking verscheen eerder vandaag op Gentblogt.)