Vanochtend heb ik een paar treinen laten passeren. Ik voelde me te uitgeput om opnieuw met de motor naar het werk te gaan –ik ben een beetje ziek– maar ik had evenmin zin om me op te jagen. “Je ne suis pas pressée“, zei stagiaire B. trots tegen mij daarnet. Stagiaire B. is heeft de Amerikaanse nationaliteit, en zo probeert hier en daar een paar woordjes Frans op te pikken. “La semaine prochaine je veux apprendre le néerlandais.” Gepresseerd was ze zeker niet, want het duurde een kwartier om die zin uit te spreken. En dan mag u al blij zijn dat u haar Engelse tongval er niet bij hoort.
De krant zat niet in de bus, vanochtend, dus ging ik nog gauw een stripverhaal van op mijn nachtkastje halen voor bij het ontbijt. Lezen bevordert de spijsvertering –maar zeg dat maar niet tegen Henri. De madam bleef onderwijl rustig voortslapen (ze kan het gebruiken), en we hebben Henri getraind niet naar beneden de komen voor zijn wekker afloopt –en op weekdagen is dat om 07u00.
Even voor ik het huis verliet stonden ze allebei op, en eigenlijk had ik nog de 07u17 (naar Brussel Nationaal Luchthaven) kunnen nemen, of de 07u27, maar Michel had mij geleerd dat –terwijl ze op de 07u27 allemaal staan te dringen– er altijd plaats is op de 07u30. Dus heb ik twee treinen laten wegrijden. Ik kan evengoed nog wat lezen, hier in de ochtendzon, zo dacht ik, in plaats van weer veel te vroeg op het werk aan te komen.
Dus was ik een beetje later dan gewoonlijk op het werk (een kwartier), en daarom ga ik zo meteen ook een beetje later vertrekken. Er gaat er een trein om 16u23, om 16u31 en om 16u48. Maar misschien ga ik eerst nog wel een koffie drinken. Ik ben niet gehaast.