taalluiheid

Kijk, ik betrap er godverdomme mijzelf op. Ik schrijf net de recensie voor Good Night, and Good Luck (u leest het eerst op GB), waarin ik de volgende zin gebruik:

… en bleef nadien voor CBS (in Amerika) wekelijkse uitzendingen maken (voor radio) in Hear It Now, die hij producete, samen met Fred Friendly

En wat is er mis met ‘produceerde‘, vraag ik me dan maar af. Taalarmoede? Vergeet het: taalluiheid zal er beter op trekken (heh, ik heb net Belgisch Nederlands gebruikt). Oorzaak? Mijn dagdagelijkse Engelse voertaal, achteraf de Engelstalige televisie, en daaraan toegevoegd het grotendeels Engelstalige internet.

Overigens, als een addendum bij deze post, vroeg ik net Tessa of ze –qua relevantie kon het tellen– vandaag mijn Taalarmoede betoog had gelezen. Ze leest immers, net zoals mijn schoonouders en mijn moeder, die eigenlijk denken dat ik niet weet dat ze mijn blog lezen, trouw elke dag de nieuwe oogst. “Hm. Neen. Hm. Ik was eraan begonnen, maar ik ben er niet door geraakt,” was het eerlijke antwoord. Waarbij u mij meteen ook mag geloven, de volgende keer, als ik zeg dat ik echt niet schrijf om een bepaald publiek te bereiken, maar louter omdat ik het kwijt moet.

(Al blijf ik steeds dankbaar als u mij leest en eventueel commentaar in de daartoe bestemde ruimte nalaat.)

Een gedachte over “taalluiheid”

  1. Ik meen op de kalender van vorig jaar (u weet wel, Druivelaar toestanden) te hebben gelezen dat ‘dagdagelijks’ ook niet echt een correct woord is. Kan dat kloppen?

Reacties zijn gesloten.