Project Gent-Sint-Pieters

infostand Op de informatievergadering over het Project Gent-Sint-Pieters van 3 oktober jl. werden we op een meer dan twee uur lange sessie powerpoint presentaties getrakteerd. En hoewel wij heel aandachtig hebben gevolgd, hadden we gehoopt dat de aldaar gepresenteerde documentatie binnen de kortste keren op de website zou beschikbaar komen. De professionaliteit waarmee alles werd gepresenteerd, lieten ons immers het beste vermoeden. Helaas.

Het Project Gent-Sint-Pieters is een grootschalig project van de NMBS-holding, Infrabel, Eurostation, De Lijn, het Vlaamse Gewest, en Stad Gent. Het project is reeds een aantal jaren in voorbereiding, maar is pas sedert vorig jaar in een stroomversnelling terecht gekomen. Sinds 2002 is er ook een ruim budget voor communicatie voorzien (250.000 EUR per jaar), en in september dit jaar is de stad met een informatiecampagne gestart. De eerste resultaten daarvan vindt u reeds terug in de informatievergadering van maandag (waarvoor 8.000 uitnodigingen werden gebust), en in het stadsmagazine van oktober, waar een katern werd meegeleverd met meer informatie. Een overdruk van die katern is beschikbaar voor wie daar om vraag, maar ze is ook beschikbaar als PDF (1Mb). Tevens werd een infopunt opgericht in het districtsgebouw van van de NMBS-Groep aan het Koningin Maria Hendrikaplein.

Grof geschetst, zijn er drie facetten aan het project:

  1. het stationscomplex: trein-tram-bus en alles wat daar rechtstreeks mee heeft te maken
  2. de ontsluiting van de toegangswegen naar het station en de nieuwe verkeerssituatie
  3. de heraanleg van de Fabiolalaan, met de grotendeels gecontesteerde hoogbouw

De aanpak van het stationscomplex wordt op het minste gemor onthaald. Aan het bestaande gebouw wordt bijna niet geraakt; wel moeten de bestaande (en beschermde) reizigers- en goederentunnel verdwijnen. Het gedeelte achter het station, onder de sporen, wordt volledig opengemaakt, en moet plaatsmaken voor een gemoderniseerd complex dat plaats biedt, op verschillende bouwlagen, aan het openbaar vervoer (ook tram en bus). De overgangen tussen de verschillende types openbaar vervoer worden korter en (verkeers)veiliger. Ook kiss & ride, taxiplaatsen en fietsstallingen worden in dit complex ondergebracht. De wachtplaatsen voor bus en tram worden afgeschermd van het weer.

het panel

De ontsluiting van de toegangswegen stuit op weerstand. Er komt immers een (ondergrondse) parking, die plaats biedt aan 2.810 wagens. Hoewel dat aantal bewust aan de lage kant werd gehouden, brengt dit nog steeds een grote verkeersstroom met zich mee. Niet de bestaande verkeersader langs de Voskenslaan wordt daarvoor gebruikt, maar er wordt een nieuwe weg aangelegd, die de R4 met het station moet verbinden. Helaas is die verbindingsweg gepland dwars door het Natuurpark Overmeers, waar de overlast van het verkeer duidelijk aanwezig zal zijn. De weg mondt uit in de Sint-Denijslaan, waar je via een tunnel onder de sporen en in de parkeergarage kunt rijden, en gaat door tot de Fabiolalaan. Via een systeem van verkeerslichten en eenrichtingsstraten moet worden verhinderd dat doorgaand verkeer in de achterliggende wijk terecht komt.

Het luidste protest was gericht tegen de heraanleg van de Fabiolalaan, en in het bijzonder tegen de geplande hoogbouw. De hoogbouw, zo verzekerde burgemeester Beke, was een bewuste keuze van de stad om zo de stationsbuurt de 21e eeuw binnen te brengen. Gent werd omschreven als een stad van torens en rivieren waarbinnen de voorziene hoogbouw een bakenfunctie werd toegedicht. Een uitgekiende mix van gebouwen met kantoor- en woonfuncties moet de leefbaarheid van de buurt garanderen. Een meerderheid van buurtbewoners lijkt de hoogbouw onaangepast aan de huidge woonomgeving te vinden. Bovendien wordt er verwezen naar de situatie aan stations zoals Brussel Noord, een ambitie die, zo vindt men, Gent vooral niet behoort na te streven.

Hoe professioneel de vergadering ook was, en hoezeer de nadruk ook op communicatie wordt gelegd, kwam het ons voor alsof die communicatie momenteel vooral in één richting wordt gevoerd. Nochtans werd er inmiddels een buurtcomité opgericht (BuitenSporig) dat reeds toenadering heeft gezocht met het stadsbestuur. In een project dat 10 jaar in beslag zal nemen, en waarmee men de stationsbuurt de 21e eeuw wil binnenbrengen, lijkt het ons niet meer dan normaal dat daarin ook een plaats voor een buurtcomité wordt voorzien. Wellicht wordt daaraan gewerkt.

Even verrassend, in diezelfde context, is dat er momenteel zelfs niet wordt gedacht aan een competitie voor de architecturale invulling. Surely that must be an oversight, want wij weigeren alvast te aanvaarden dat ons stadsbestuur niet over genoeg visie zou beschikken om de 21e eeuw ook een geschikte vorm te geven.

Ondertussen is er reeds veel informatie beschikbaar, en, indien u verder in het Project bent geïnteresseerd, geven wij u nog graag volgende links mee:

Het infopunt, in het districtsgebouw van van de NMBS-Groep aan het Koningin Maria Hendrikaplein 2, is open op dinsdag van 14 tot 16 uur, op donderdag van 10 tot 12 uur, en na afspraak. U kan het ook telefonisch bereiken (09 241 24 11), via fax (09 241 28 07) of per e-mail (info@projectgentsintpieters.be).

(Deze entry is ook terug te vinden op gent.blogt)

4 gedachtes over “Project Gent-Sint-Pieters”

  1. een quote uit een interview met xaveer de geyter…

    RvT, DW: In andere projecten, bijvoorbeeld jullie ontwerp voor het Chassé-terrein in Breda of het ontwerp voor het stationsgebied van Gent zetten jullie een soort monumentaliteit in die naar ons idee door onbepaaldheid en maat de nieuwsgierigheid prikkelt en ingrijpt op de beleving en het gebruik. Wanneer besluiten jullie tot het gebruik van dit soort monumentaliteit en op grond van welke redenen?

    XdG, LdB: Binnen de Vlaamse sprawl is de stationsbuurt van Gent een van de schaarse plekken die over tien jaar goed bereikbaar zullen zijn. Het is zelfs één van de drie best bereikbare locaties in Vlaanderen. Dat is op zichzelf al genoeg reden om daar een zwaar programma te projecteren, ook al valt te verwachten dat niet iedereen het contrast met de omringende laagbouw op prijs stelt. Bovendien hamerde een aan de opdrachtgever gerelateerde werkgroep steeds maar op flexibiliteit, die mensen verlangden een ontwerp dat kon inspelen op elke denkbare marktontwikkeling in de komende vijftien jaar. Daar hebben wij ons tegen verzet, een krachtige vorm is misschien niet speciaal marktgericht maar kan wel iets toevoegen aan het gevoel van stedelijkheid. Wat in Gent ook aan de orde was, was dat de blokken verder ontwikkeld zouden worden door verschillende architecten. Door een sterke vorm te ontwerpen hopen we te bereiken dat een zekere samenhang niet verloren zal gaan.

    RvT, DW: Onderin een deel van jullie ontwerp voor het Gentse stationsgebied bevindt zich een uitgestrekte publieke ruimte, het soort open veld dat in veel van jullie plannen is terug te vinden. Ook in de villa in Brasschaat bevindt zich een continue ruimte waarin door allerlei subtiele interventies zoneringen ontstaan die open en dicht kunnen. Je zou het kunnen zien als een soort stedelijkheid waarin gelegenheid bestaat voor het aangaan of juist ontlopen van ontmoetingen. Iets vergelijkbaars komt in veel plannen terug. Het lijkt net of de flanerie van het stedelijke leven op elk schaalniveau is iets waar jullie warm voor lopen. Er kunnen allerlei relaties ontstaan, maar de aard van die relaties blijft open, onbepaald, je sluit niet alles af.

  2. ik ben maar 15 jaar maar ik ben nogal geintereseerd in “hoogbouw”, ik vind dat er in gent een tekort aan “hoogbouw”is er moet meer hoogbouw gebouwd worden ! gent heeft maar 1 “hoog gebouw” de boekentoren,er mogen er wel nog wat 100 plussers bijkomen neem een voorbeeld aan het moderne stads- gedeelte in brussel(noord)…

    😉

Reacties zijn gesloten.