de eerste dag (alweer)

Ze worden rap groot, die kinderen. Hoewel hij in het begin nog wat bedremmeld en zielig in de rij ging staan –vanaf het eerste studiejaar moeten ze op de speelplaats in de rij gaan staan bij het belsignaal– verdween die aarzeling maar al te snel.

Net als papa destijds ging hij in de klas op de achterste bank zitten, nu mochten ze nog vrij kiezen, maar juffrouw Kaat “kon jullie straks nog wel een andere plaats duiden”. Nu vulden de ouders aarzelend, geroerd, langs twee muren de klas, en leek het afscheid voor hen weer veel moeilijker dan voor de kroost.

-Dag jongen, vanavond komt papa je terug afhalen. Maar uit de klas weggaan kon ik maar moeilijk. Tot zoonlief, vriendelijk, maar decideerd, met het wijsvingertje papa duidelijk maakte dat dáár de deur was, en dat papa maar beter nu naar buiten kon gaan.

*zucht*