Rond half zes ben ik in slaap gesukkeld, om dan om 6 uur gewekt te worden door Tessa’s alarmklok (multifunctioneel, zo’n GSM) (Tessa ging om 7 uur toeren, zodat we toch nog iets aan het weekend hadden). Daarna heb ik niks meer kunnen slapen, en om 8 uur kwam Henri naar beneden gestrompeld. Ik deed dan maar alsof ik sliep, al was het maar om hem te horen zeggen: “papa, goedemorgen, wakker worden, uw lichtgevend schaapje is hier”. (Dat lichtgevend (fosforescerend) schaapje staat op zijn pyjama, mocht u het zich afvragen.)
Tijdens dat half uur heb ik wel intens(ief) gedroomd. Naar de details heb ik –zoals dat hoort– het raden, maar de gebeurtenissen speelden zich af tijdens een of andere oorlog. Vermoedelijk ging het om de tweede wereldoorlog, voorzien van enig moderner instrumentarium, maar vast stond dat de Duitsers de slechten waren. Ik speelde (vanzelfsprekend) mee voor het goede kamp, als held van het verhaal, en onderweg kwamen er ook een paar Engelsen aan te pas.
Scene 1: Beeld u in: omwille van een of ander heldhaftige stunt word ik door Duitsers gevangen genomen (en voor hetzelfde geld meteen ook een beetje afgerost). Het transport naar een strafkamp (?), dat quasi onmiddellijk op mijn gevangenschap volgt, verloopt per vliegtuig. Op een bepaald moment hang ik te bengelen aan het landingsgestel, waarvan ik me kan laten vallen, net toen we (laag) boven een brede beek vliegen. Bloedhonden spurten langs alle kanten op mij af, maar met grote behendigheid weet ik uit de hachelijke situatie te ontsnappen.
Scene 2: Ergens bij een driesprong, waar locals mij de weg wijzen naar een Seca-station. Ik betrouwde het zaakje echter niet, en ipv de aangewezen weg te volgen, ga ik dieper het bos in. Net op tijd, zo blijkt, want uit die andere weg komt een horde Duitsers gespurt (met bloedhonden), en ik kan ternauwerdood ontsnappen.
Scene 3: Op de open plek waar ik terecht kom, staat een witte bus geparkeerd, die aan een troep Engelsen toebehoort. Ik kan me ergens verstoppen (waar?), en de Engelsen weten op een of andere manier de Duitsers af te dreigen, en hopsa, ik ben gered.
Scene 4, op een kasteel, in Engeland, alwaar ik meewerk aan het verzet, wordt onderbroken door de wekker.
Totaal van de kaart neem ik vervolgens gedwee deel aan een dagje stad, waarbij ik me uiteindelijk laat overhalen tot het passen (én kopen) van een kaki broek (ik denk dat het vier jaar geleden is dat ik nog eens een nieuwe broek had gekocht).
“Ergens bij een driesprong, waar locals mij de weg wijzen naar een Seca-station”
Inderdaad niet het type droom waar je op zo’n ochtend op zit te wachten. 🙂