carmen

Carmen. Ik had de opera nog nooit in zijn geheel gehoord of gezien. Maar gedurende de ganse vertoning had ik het gevoel alsof ik naar bekende liedjes zat te luisteren. Niet te verwonderen: de opera zit vol stukken die te pas en (vaker) te onpas als voorbeeld van populaire klassieke muziek worden opgehaald.

Van de ouverture, tot “Toréador mijn katte is versmoord”, het intermezzo tussen het derde en het vierde bedrijf (bewerkt door Pablo de Sarasate tot de Carmen Fantasie), de intocht van de matadors in het vierde bedrijf: de ene na de andere hit. Op bepaalde momenten was het verschrikkelijk moeilijk om stil te blijven zitten, zo meeslepend is de muziek.

Het verhaaltje zelf komt verderlicht over, met een verschrikkelijk abrupt einde (Carmen is dood, Don José schreeuwt “ik heb het gedaan”, en that’s it –zonder verdere poespas valt het doek). Maar aangenaam om zien, zeer goed in scène gezet door Calixto Bieito. Al beschik ik niet over een referentiepunt van hoe het er zou moeten uitzien. In elk geval tijdloos hedendaags; ttz hedendaagse elementen, toepasselijk in het verhaal verwerkt, zonder onmiddellijk Peter Sellars te willen uithangen. Ik was niet erg onder de indruk van Nora Grubisch als Carmen, maar des te meer van Rosita Kekyte als Micaëla.

Van Bizet ken ik eigenlijk bijzonder weinig (zijn andere opera’s ? –ik zal straks eens naar wikipedia kijken), maar er lijkt me een erg duidelijke invloed van Wagner, zoals de opjagende stijkers, en de wederkerende motieven die een mooie structuur bieden.

De opera is enorm afwisselend: zwepende muziek, klassiekere stukken en korte toneelachtige verbindingsscènes. Een aangename verrassing.