Vorige week wijdde Didier Wijnants zijn column aan de sopraansax (Wie speelt nog sopraansax?, DM, 05/05/2011), een kapstok voor een verhaal over het boek Findings (My experience with the soprano saxophone) van Steve Lacy; een concert in Berlijn; en een tentoonstelling in Dendermonde.
Het boek van Lacy zat al een tijd in mijn amazon wishlist(s), maar ik had het nooit gekocht wegens te theoretisch en te duur. Wijnants’ column motiveerde mij echter tot aanschaf, gezien ik nu zelf sopraan speel en het ook op het Sax on the Web forum hoog aangschreven stond. Zaterdag besteld (amazon FR was het goedkoopst), vanochtend zat het al in de bus, en tegen vanmiddag was het uitgelezen. Gelezen, maar het echte werk begint vanzelfsprekend pas. Van de 222 pagina’s bevatten er een dikke twintig tekst, de rest zijn allemaal oefeningen. Lacy speelde vier octaven op zijn sopraan, ik krijg er nog steeds de hoge mi niet uit –en dan volgt daarop nog de fa, in het normale register van de saxofoon.
Het komt allemaal neer op oefenen natuurlijk: lange tonen, rietcontrole, dynamiek (luid-stil) en octaafkleploze octaafsprongen. Intonation (getting in tune and staying in tune),
schrijft Lacy, is a lifelong problem with the soprano saxophone.
In de korte teksten geeft hij tips over hoe die intonatie aan te pakken: first of all, the choice of mouthpiece and reed is critical.
En over oefenen: How long is ‘long’? 10 minutes, 20 minutes, one hour, 2 hours, a week?
Lacy past het toe op doorgronden van twee willekeurige noten, bijvoorbeeld de lage si en de lage do:
Stay on these two notes. Rock slowly back and forth for a long time, first one, then the other. […] After about 40 minutes you will no longer be bored. Keep it up until you start to hallucinate. The half step interval will become enormous!
We gaan dat eens proberen zie.