Paradingske

We hadden nog één paraplu. De rest is allemaal verdwenen, of kapot. Het overblijvende regenscherm was een compact geval dat Tessa voor nog geen drie euro ergens had opgepikt op een of andere uitverkoop. Een dofzwarte paraplu met witte bollekens waarvan Tessa ergens toch hoopte dat ik hem niet mannelijk genoeg zou vinden om mee te nemen.

As if. Vanochtend stapte ik parmant met Tessa aan de arm en de paraplu in de hand naar de tramhalte om te gaan ontbijten. Bij de halte aangekomen draaide ik de paraplu welvoeglijk met één hand even rond om de druppels af te schudden. Blijkbaar was de paraplu dan toch niet geschikt voor mannelijke handen, want ik had amper een halve draai uitgevoerd, of daar krakte de bovenkant van de rest van de steel.

(Ach, en ik ben zo al geen herfstmens.)