verzoekje

Hoe het gaat met het aquarium?

Ergens in augustus hadden we twee discusvissen aan het aquarium toegevoegd. Het eerste exemplaar waren we met ons drietjes in de winkel gaan halen. Het voelde zich onmiddellijk thuis: hij zat de ganse dag vooraan te zwemmen, en de andere vissen lieten hem met rust. Maar niet zo lang daarna had ik ergens opgevangen dat de discusjes toch ook liever gezelschap hebben (van een soortgenootje), dus daarom heb ik die tweede in huis gehaald. Zonder er iemand anders van op de hoogte te brengen. Laat ik ze eens verrassen.

Maar na een week hadden noch Tessa, noch Henri –die toch regelmatig de vissen eten geeft– de nieuwkomer opgemerkt. Na twee weken nog steeds niet, ook niet na drie, na een maand, en dan, ergens in oktober heb ik hen de verstekeling getoond. Het tweede discusje verschool zich steeds achter de waterpomp, waardoor je het enkel achteraan, of, als je heel erg goed keek, langszij kon zien.

Ondertussen is eerst de eerste discus gestorven, en enige tijd later, ook de tweede. En die tweede heb ik pas heel laat –veel te laat– ontdekt. Zo laat, dat er achter de waterpomp enkel nog wat graten overbleven. Shame on me.

De rest van de populatie doe het heel goed: de tetra’s en de glasmeervallen. Behalve dan dat er twee van de zes glasmeervallen ‘verdwenen’ zijn.

feestdag

“Kijk, een Sinterklaas!” wist Henri, toen daarnet kardinaal Danneels tijdens het nieuws werd getoond.

Zalig Pasen allemaal.

verdeel en heers

We hebben ons in de elektriciteit gesmeten. Kwestie van een paar aparte groepen op zolder te hebben, eentje voor de hifi, eentje voor misc stopcontacten en eentje voor de verlichting. De verdeelkast heb ik al (twee 20A, één 16A en een differentieelschakelaar), nu nog de boel aansluiten.

Maar ’t zal voor volgende week zijn.

meng

Als afsluiter voor vandaag: een mengelmoesje.

  • DS heeft eindelijk RSS feeds! Vreselijk veel zelfs.
  • Gezinnen in Vlaams-Brabant zijn de grootverdieners van Europa In 2001 was het primaire inkomen van de gezinnen in Vlaams-Brabant het hoogste van de hele Europese Unie. Het bedroeg toen 24.406 reële koopkrachteenheden. Oberbayern kwam op de tweede plaats en Ile-de-France op de derde. Op de vierde plaats prijkte opnieuw een Belgische regio: Waals Brabant, goed voor 22.838 koopkrachteenheden.
  • Bus bound for Costa Rica runs on used cooking oil [via] The main modification to the diesel engine involved installing a heating element to keep the fat flowing freely so it doesn’t clog the engine’s plumbing

geheimzinning ii

Pfff. De zwarte ton is op de zolder geraakt. Nog nooit zijn er zoveel en zo ingewikkelde dingen moeten gebeuren om zo’n tonvormig onding één (1) verdiepje hoger te brengen.

Deze ochtend (middag) om half twaalf, ben ik met twee andere mannen, bij huurland een portiek gaan ophalen. Twee beugels, een dikke en zware stalen balk ertussen, en dan een takel (1 ton, zes meter ketting; ik vermoed dat die 1 ton staat voor de last die ze kan dragen).

Terug thuis gekomen, blijkt dat de beugels van de portiek niet door de deur van de zolder kunnen. Grote paniek. We zullen de verkoop moeten annuleren, dat gaat nooit lukken, nog met geen tien man krijgen we dat ding hier naar boven. Soit, terug naar huurland, waar een zeer behulpzame mens suggereert ipv die portiek, een stelling te gebruiken. Why the fuck not denken we alledrie tegelijk. Zolang het ding maar boven geraakt. De beugels worden omgeruild voor vier stukken stelling en evenzoveel dwarslatten. Camionette binnen, en wegwezen.

Het is ondertussen 14u geworden, als we het eerste stuk stelling uit het voertuig dragen. Heel voorzichtig, maar zonder problemen geraakt het door de deur, voorzichtig draaien, de trap op, en jawel daar prijkt 1 stuk verfbespatte stelling op de zolder. Met veel moed en gezwindheid gaat het terug naar beneden, waar achtereenvolgens nog drie stukken stelling, de dwarslatten, de steunbalk, een ladder, en een kist met de takel en twee draagriemen naar boven worden gedragen. De stelling wordt op 1-2-3 in elkaar gestoken (met een nipte marge in de hoogte), de takel aan de steunbalk bevestigd, en één singel (draagriem) aan de ’ton’ bevestigd. Die bevestigingen noodde ons tot enig experimenteren, maar na enig zoeken werd de meest efficiënte manier gevonden. De andere singel –indien u daarnaar benieuwd was– werd gebruikt om de takel aan de steunbalk op te hangen.

En dan een kwartiertje aan de ketting trekken. Zo’n takel is immers bedoeld voor het hijsen van (zeer) zware lasten. Zoals we ons nog wel herinneren uit de lessen fysica, kunnen we vaak aan kracht winnen, door een langere afstand af te leggen. De takel bevat dus twee kettingen: eentje waaraan een haak werd verbonden, en waarmee je de last kan grijpen; en een tweede, gesloten ketting, waarmee je de eerste ketting kan ophijsen of laten zakken. En ik kan u verzekeren, dat de tweede ketting ettelijke kilometers heeft afgelegd.

Maar goed, het zwarte geval staat er, op onze zolder (sinds 17u15). Er ontbreekt nog 1 dingetje aan, dat ons deze week nog wordt bezorgd, en dan laat ik u weten wat het is. Het is helaas geen destillatievat.

Een grote pluim voor de mensen van huurland. Goedkoop was het niet echt (82 EUR), maar we hebben een uitstekende service en advies gekregen.

het jaar vier

We blijven nog even bij de taal (een talig weekend). Ton den Boon, hoofdredacteur van de Grote Van Dale, publiceerde een kroniek van de nieuwe woorden uit 2004 en legde ze vast in het downloadbare boekje Taal van het jaar vier: kroniek van het Nederlands in 2004 (420KB PDF) [via].

Een voorsmaakje: over weblogging.

Wat deden mensen vijf, zes jaar geleden met hun vrije tijd? In elk geval hielden ze nog niet een weblog of blog – een regelmatig ververst dagboek op het internet – bij. Dat is anno 2004 wel anders, want op het internet struikel je werkelijk over de logs. Hoe vers het verschijnsel is, blijkt alleen al uit het feit dat de woorden logen weblog nog niet eens in de Grote Van Dale van 1999 staan. Dat is geen wonder, want pas rond 2000 begonnen de kranten over het bijbehorende verschijnsel te schrijven. Tegenwoordig zijn ze er in soorten en maten en is log een populair onderdeel van samenstellingen: je hebt boekenlogs, citatenlogs, filmlogs, kunstlogs, muzieklogs, nieuwslogs en natuurlijk de onvermijdelijke sekslogs (alle woorden zijn te vinden via Google). Een weblog waar de bezoekers naartoe surfen om gechoqueerd te worden, heet een shocklog (vk, 13-52004) en een log waar je gezellig kunt chatten, heet een kletslog (via Google). Van de ene log naar de andere gaan, heet webloghoppen, loghoppen of bloghoppen. Die werkwoorden worden door loggers op internet inmiddels al keurig volgens de regels van het kofschip vervoegd: ik loghop, loghopte, heb geloghopt. Een man die een log bijhoudt, heet vanzelfsprekend een logger. Zijn vrouwelijke pendant wordt een logster genoemd, maar heet – wat charmanter – ook wel een logette. Deze woorden zijn trouwens wel veelvuldig via Google te vinden, maar nog niet doorgedrongen in de krant.

Het lijkt wel zo gegrepen uit het Het Groot Dictee der Nederlandse Taal.

spelling

Spelling is een heerlijk ingewikkelde edoch vaak voldoende logisch onderbouwde zaak. Heel even meende ik –tot groot jolijt– DS op een taalfout te hebben betrapt. Ik had beter moeten weten.

De enkele ‘s’ en ontdubbelde ‘a’ in Fusie Sint-Niklase ziekenhuizen op til is (zijn) wel degelijk correct. Op het Taaluniversum vinden we de uitleg bij het antwoord op de vraag Is de juiste spelling Maassluisse harmonie of Maassluise harmonie?

Van de meeste Nederlandse aardrijkskundige namen kunnen bijvoeglijke naamwoorden worden gevormd met het achtervoegsel -s. […] Volgens het beginsel van vormovereenkomst worden woorden die op overeenkomstige wijze zijn gevormd, op overeenkomstige wijze geschreven. […] Aangezien het bijvoeglijk naamwoord Maassluis(e) met een -s is afgeleid van de plaatsnaam, zou je een apostrof verwachten in de onverbogen vorm en verdubbeling van de s in de verbogen vorm: Maassluis – Maassluis’/Maassluisse naar analogie van Amsterdam(s).

Helaas:

Volgens een ander beginsel worden lange klinkers en tweeklanken echter nooit gevolgd door een dubbele s. Alleen bij eigennamen van personen die eindigen op een s (of een andere sis-klank), wordt de genitief-s door een apostrof weergegeven (bijv. Mies’ ouders, Bush’ verklaring). Bij geografische namen die al op s eindigen, valt het achtervoegsel met die slot-s samen: Maassluis – Maassluis/Maassluise.

Even dacht ik nog dat de ‘s’ dan misschien niet verdubbeld werd, maar dat, gezien het hier om een eigennaam (plaatsnaam) ging, op zijn minst de schrijfwijze zou moeten bewaard worden: ‘Sint-Niklaase’, maar we krijgen nog een paar voorbeelden toe:

Andere voorbeelden van aardrijkskundige namen die eindigen op een s en waarvan het afgeleide bijvoeglijk naamwoord gelijk is aan de eigennaam: […] Overmaas – Overmase […] Sint-Niklaas – Sint-Niklase […]

Lelijk als de pest, dat Sint-Niklase, maar wel correct.

Daarna ben ik nog op een paar pareltjes gestoten (via ‘zie ook’):

Is de juiste spelling Bosche bollen of Bossche bollen?

Dat deze woorden met twee s’en worden geschreven, vloeit voort uit het beginsel dat een medeklinker tussen twee klinkers, waarvan de eerste ‘kort’ is, wordt verdubbeld, bijvoorbeeld bij bos – bossen. Hoewel de spelling Bosche niet zou leiden tot de uitspraak met een lange klinker [boos«], is dit beginsel ook van toepassing bij vormen die nog een sch hebben volgens de spelling van De Vries en Te Winkel, met dien verstande dat alleen de s wordt verdubbeld.

En ook: Is de juiste spelling boschage of bosschage? Waar ik dan weer het volgende vond:

De juiste uitspraak is [bosaazje], niet: [bosgaazje]. […] Bosschage moet niet verward worden met het eveneens aan het Frans ontleende bossage (‘bewerking in reliëf van muurvlakken’, afgeleid van Frans bosseler).

Heerlijk!

geheimzinnig

Busy, busy, busy. Er zijn een aantal knopen doorgehakt, waarvan ik het nieuws geleidelijk ga laten doorsijpelen. (Eentje wordt waarschijnlijk dinsdag reeds onthuld, een ander later diezelfde week, en nog een ander binnen een maand of twee –nee, we zijn niet zwanger.)

Als tipje van de sluier, staat er op de vierde verdieping een tonvormig zwart geval van om en bij de 200kg. De bedoeling was dat vandaag nog op de zolder te krijgen, maar daar zijn we dus duidelijk niet in geslaagd. Meer nog, we moeten er een speciaal soort hijstuig voor laten overkomen (een portiek –ik heb weer wat bijgeleerd), waardoor we het via de iets smallere, en vooral steile trap (van ocharme een tien-, vijtiental treden) naar boven moeten krijgen.

Wordt dinsdag vervolgd.

[update 18.xii:] een beetje bladvulling en ten zeerste ongeïnspireerd, ik geef het toe, maar ik wou vooral tot mijn quota van minstens 1 postje per dag komen.

hoestje

Vorig jaar heb ik kerstnacht samen met Henri thuis doorgebracht. Henri was toen ziek, en alles was begonnen met een hoestje. Datzelfde hoestje dat hij ook dit jaar weer heeft.

En ook dit jaar kijkt hij er alweer vreselijk naar uit. “En mag ik dan de briefjes trekken, hé mama?” Om te weten in welke volgorde de cadeautjes worden afgegeven, worden briefje uit een bokaal getrokken door een ‘onschuldige kinderhand’. Of Henri echt nog zo onschuldig is, is een andere zaak. Het is immers elk jaar weer opvallend dat de briefjestrekker ook het snelste zijn cadeaus krijgt.

Och, hij heeft nog een week om zich te herpakken.

RG

Het zegt wel iets over uw obsessie met strips als je in een fotografie forum Hergé leest ipv Hegre. (Maar wat nu precies, daar zou ik zo niet op kunnen antwoorden.)

Carry on, carry on, there’s nothing to see.

[update] ROFL: en dan krijg ik net dit binnen op de RSS feed van Het Laatste Nieuws: Een op vier Britten kiest breedband voor porno