In de vroege jaren 80 zat ik aan de buis gekluisterd in de stiekeme hoop dat Dr. David Banner (die eigenlijk Bruce heet) weer eens kwaad zou worden en in de Hulk –dé Hulk!– zou veranderen. Die Hulk was eerst nog niet groen, want de geteleviseerde wereld zou voor mij nog even zwart/wit blijven. De Hulk paste perfect in de series van de tijd, want daarnaast keek ik ook nog naar the Love Boat en CHiPs. The Hulk was een melig voorspelbare serie, die maar weinig met de stripverhaalversie gemeen had, leerde ik later. Ik herinner me vooral een bange David Banner (die volgens het stripverhaal Bruce heet) en de boze spierbundel waarin hij veranderde.
Een paar jaar geleden duwde Ang Lee een belabberde Hulk (2003) in onze strot, een bittere pil die enkel wat kon worden verteerd door de aanwezigheid van Jennifer Connelly in de rol van Betty Ross, de collega en vriendin van Banner. De acteerprestaties in deze film waren grotendeels ondermaats, en de computergegenereerde Hulk leek vooral op een boze impersonatie van le Géant Vert.
Wat acteren betreft, maken we alvast een grote sprong vooruit. Deze keer heeft Edward Norton de rol van Dr. Bruce Banner op zich genomen, en de verbetering is merkbaar. Norton heeft ook meegewerkt aan het script –dat zelfs tijdens het draaien van de film meermaals werd bijgewerkt. De film vertelt in ijltempo –tijdens de opening credits— de ontstaansgeschiedenis van de Hulk, legt in een inleiding de verhouding tussen de personnages vast, maar gaat al gauw genoeg over in een voornamelijk inhoudsloze actiefilm. En de Hulk ziet er nog steeds uit als die Géant Vert.
We zijn natuurlijk verwend met verfilmingen zoals Spider-Man, X-Men en –vooral– Batman, en de tv series zoals Smallville en Heroes. In deze adaptaties wordt dieper ingegaan op de menselijke kant van de superheld(en), en de psychologische gevolgen van de twee-eenheid mens en held. De aanzet tot diepgang is in deze film wel aanwezig, maar de opsplitsing tussen actie en gevoel is net zo strikt als de scheiding tussen het eerste en het tweede deel van de film.
Het eerste, inleidende deel van de film legt de nadruk op de persoon van Bruce Banner, die moet afreken met het monster waarin hij verandert als zijn bloeddruk het van hem overneemt. Het tweede deel is voornamelijk inhoudsloze actie zonder de minste diepgang, in een aantal totaal ongeloofwaardige en clichématige situaties.
Deze film heeft een heleboel kansen gemist. Voortdurend worden er deuren geopend die leiden naar een dieper inzicht dat de plot ten goede zou komen, maar als de welwillende kijker bereid is om die kamer binnen te stappen, krijgt hij enkel de deur in zijn gezicht dichtgeklapt. Op zijn best kunnen we deze film beschouwen als een basis die wordt gelegd voor een hele reeks sequels, maar zelfs daarvoor mist hij eigenlijk een aantal grondslagen. Vanwaar komt die vete tussen de Generaal die op de Hulk jaagt en Bruce Banner? Hoe komt het dat Betty Ross (Liv Tyler) en Bruce Banner zo tot elkaar worden aangetrokken?
Laat deze film gerust links liggen, en kijk –net zoals wij– liever uit naar Batman: The Dark Knight, die later deze zomer wordt uitgebracht. Ondertussen gaan wij eerst snel nog eens naar Iron Man. De hoofdrolspeler uit die film (Robert Downey Jr.) kwam ons nog gauw even nieuwsgierig maken in de laatste minuut van de Hulk. Maar och, als u toch zou gaan, mis dan vooral guest apearances niet van (de overleden) Bill Bixby en Lou Ferrigno –resp. Dr David Banner en de Hulk uit de oorspronkelijke serie.
The Incredible Hulk, van Louis Leterrier met Edward Norton en Liv Tyler. Gezien in Pacific Place 11, Seattle; te bekijken in Kinepolis Gent (Decascoop, Ter Platen).