Drie jaar geleden deden we een korte trip langsheen een aantal National Parks in Utah, Arizona, New Mexico en Colorado, om uiteindelijk in Nevada (Las Vegas) uit te komen. Het park dat ons het meeste was bijgebleven, was Arches, in Utah. De fragiele maar majestueuze bogen en de statige zandstenen vinnen hadden een diepe indruk nagelaten. Bij ons vorig bezoek was de lucht dramatisch donker door het onweer dat er woedde. Datzelfde onweer zorgde er toen voor dat noch Tessa noch Henri de toen toch iets te gevaarlijke tocht tot de boog mee ondernamen. Tessa keerde na een derde met haar moeder terug; Henri keerde na twee derde met zijn opa mee terug. Ik zette –in al mijn naïeve dwaasheid– door om er, met slechts een handvol andere onverlaten op een spectaculair zicht te worden getrakteerd.
Deze keer was het iets minder dramatisch, maar eigenlijk niet minder spectaculair. En zowel Tessa als Henri konden er mee van genieten. De wandeltocht daarheen duurt niet zo lang, maar is wel redelijk steil. Eenmaal boven bevindt de arch zich aan het andere eind van een redelijk beangstigend afhellende trechter. Drie jaar geleden had ik al verschrikkelijke zin om die tot onderaan af te wandelen –daar bevindt zich een kleine oase– maar dat zou toen totaal onverantwoord geweest zijn met dat onweer. Geen onweer deze keer (85 graden F, bijna 30 graden C), dus toog ik onbevreesd naar beneden…
…om achteraf te ontdekken dat die oase ook op een andere manier bereikbaar was. Die kleine stipjes op de foto, dat zijn de mensen die daarboven de Delicate Arch bezoeken.
—
Delicate Arch
—
North & South Windows