sterre

Zaterdag hebben we vijf stère hout laten bezorgen. De vorige keer (twee jaar geleden) waren ze met de remorque achteruit onze poort binnengereden, en hadden ze de ganse boel gedumpt in de gang, vlakbij een keldergat. Deze keer hadden ze een hogere aanhangwagen mee, dus dienden ze alles op de parkeerplaats bij het voetpad te dumpen.

“Och, ge zijt met twee man,” (mijn schoonvader was komen meehelpen) zei de man met pretlichtjes in zijn ogen, “binnen een uur of twee hebt ge dat wel weggewerkt.”

Twee man, één vrouw, en een kleuter. Twee kruiwagens: een grote voor mijn schoonvader, en een kleine van Henri –die Tessa later heeft overgenomen. En ik mocht de stapels gewoon dragen (mijn armen doen nog zeer).

Dertig minuten. Zo lang heeft het geduurd om alles in het keldergat te laten vallen. Ik had die man zijn gezicht wel willen zien.

(Het hout was nog niet volledig droog, en nu ruikt de ganse kelder –en de gang– naar bos. Heerlijk.)