pisbloemen

Eergisterenavond kwam Henri binnen met een zware stenen kruik, gevuld met water, en waarin bovenaan, in de vernauwde halsopening van amper een centimeter, zoveel paardebloemen zaten als de tere stengels toelieten zonder te knakken.

“Voor jou, papa, omdat je zo ziek bent,” sprak hij in zijn zoetste stemmetje.

Mijn moeder stond er vertederd op toe te kijken.

Gisterenochtend kwam hij met opa mijn kamer binnen, een grote zwarte koffer torsend.

“Mijn trompet, mijn trompet. Papa kijk, opa en oma hebben mij een trompet meegebracht uit China.”

Voorwaar, uit de koffer kwam een heuse trompet, goud glimmend, compleet met witte vilten handschoentjes om ze vast te nemen. Toen hij ’s avonds terug thuiskwam had hij er al geluid uit gekregen. Maar nu wou hij vooral bij papa zijn, want hij vond dat het niet kon, dat papa daar zo alleen in zijn bed moest blijven liggen.

Toen Tessa hem ’s avonds naar bed bracht, gaf hij me een kusje. “En vergeet niet mijn bloempjes water te geven hé papa.”

Ik denk dat ik migraine heb.