muile

OK, OK! This time I’ll bite. (Pun intended.).

Een verbrande muile doet mij aan een paar dingen denken:

Ten eerste is er de anecdote van mijn moeder. Die had ooit eens een vriendin die nogal graag in de keuken experimenteerde (zoals dat heette in de jaren ’60).

Op een bepaalde dag (o Gallicisme) was de juffrouw peren aan het opleggen/inleggen. En de heerlijke geuren die haar tijdens het proces tegemoet wuifden (de helmboswuivende Paris), maakten het voor haar schier onmogelijk aan de verleiding te weerstaan.
Jawel! Juffrouw nam een pas gekookte/ingemaakte peer op een vork, en liet het peerken –zacht en lustig geurend naar vanille– in één beweging –zonder daarbij echt te proeven– naar haar maag glijden. Resultaat: naar ’t spoed, en ze hebben een stuk van haar slokdarm mogen wegnemen (waar het stuk peer om een of andere bleef steken).

Klasseer het onder urban myths and legends, het is in elk geval een schrikbeeld dat ik heb meegekregen om voorzichtig te zijn in de keuken. (Niet dat het altijd veel uitgehaald heeft, getuige daarvan mijn episodes met mijn Japansch mesch.)

Ten tweede ben ik ondanks het bovenstaande eerste item, niet geheel onvertrouwd met het fenomeen. En ’t is niet geheel onvreemd aan de sensaties van een aften-aanval (vermenigvuldig het gevoel maal x en verspreid het over geheel uw mond, keel en ongetwijfeld ook een stuksken slokdarm om af te ronden –alsook het andere eind van dat bepaald ecosysteem -edoch too much information.)

Maar ik ging niet meer over mijn gezondheid leuteren, en ik hoop dat ge d’er rap vanaf zijt (ik heb hier anders nog wat Xylocaïne gel liggen).