de morgen (belgian broadsheet) has a short review of naqoyqatsi in its weekend edition (11/12 january 2003). it’s mostly about the movie, but there’s a short reference about the music:
(loosely translated it comes to this:)
“… and the very recognisable music by philip glass, a pure pastiche of his own score for koyaanisqatsi.”
i’ve included the full article (in dutch)
Binnenkort verschijnt er een anderhalf uur durende lsd-trip in de bioscoop, een filosofisch, dialoog-, verhaal- en personageloos traktaat over De Mens. De film heet Na-kooi-kat-si. Ik was altijd al een aanbidder van voorganger Koyaanisqatsi (1983), mijn persoonlijk manifest, Nietige Vernietigende Mens vs. Almachtige Natuur. In verschillende opzichten is Naqoyqatsi wel een soort ‘vervolg op’: hetzelfde proc√àd√à om de Boodschap over te brengen (het associ√éren van beelden) en de zeer herkenbare muziek van Philip Glass, een zuivere pastiche van zijn eigen score voor Koyaanisqatsi. Wat vooral opvalt aan deze nieuwe Qatsi is z’n veel modernere look, regisseur Godfrey Reggio filmt niet meer louter bestaande landschappen en toestanden, om ze dan op het ritme van de muziek te vertragen of te versnellen, hij voegt er nu ook (te) veel computeranimatie en digitale filtering toe, zodat niets nog echt lijkt. het probleem van deze flitsende opeenvolging van beelden is de Boodschap.
Naqoyqatsi betekent voor de ondertussen tot de wortel uitgeroeide Hopi-indianen evenveel als ‘Beschaving van Geweld’, een interessante tegenstrijdigheid dus. Koyaanisqatsi betekent ‘een wereld uit balans’, zoals duidelijk bleek uit de beelden: de enorme macht van de natuur, contrasterend met de mierenhoop die de mensheid is, opeengestapeld in metropolen met spaghettivormige snelwegen en een technologie die stilaan boven onszelf begint te stijgen. Met de nieuwe ligt dat heel wat moeilijker, het is allemaal abstracter, het thema komt er niet meteen uit, we zien afwisselend beelden van baby’s, digitale codes, schapen, atleten, vervallen gebouwen, oorlogstuigen, nieuwsbeelden, voetbalsupporters, merknamen die door het beeld flitsen, en dat alles moet ‘Geweld’ voorstellen.
Veel idee√én dus, maar weinig consistentie. Toch, het blijft een trip van jewelste, goed om de psychonautische mens een tevreden “wow, far out man” te laten uiten.
Jan Devries
De Morgen, 11/12 januari 2003