ooglicht

Wij verkeren in een vergelijkbare situatie: onze voordeur is ook zo’n ‘poort’, inclusief verlaagde stoep.

Mijn eerste reactie was dan ook: niet over nadenken, gewoon laten wegslepen. Maar ik zou gewoon een grote mond opzetten, want ook wij hebben dat nog nooit laten doen. Toen we hier kwamen wonen, parkeerde jan en alleman hun wagen voor ‘onze poort’. We gebruikten ze toen zelden om de wagen in binnen te zetten, maar wij volgden dezelfde redenering: zo’n poort is echt een gerief in de stad, waar er een tekort is aan parkeerplaatsen. Voor ons deur hebben we altijd plaats.

Yeah right; nu wel.

In het begin zetten we de wagen bijna nooit binnen (net iets te groot om gemakkelijk te zijn –de Alfa 156), en de mensen uit de buurt plachten al eens hun wagen voor onze poort te plaatsen. Na een paar maand heb ik dan etiketjes gedrukt op de printer, en plakte ik dan beleefd een etiketje op de zijruit (Dank u om in het vervolg uw wagen niet meer voor onze poort te plaatsen.)

Eén buur bleef echter volharden, ook toen we onze wagen (ondertussen de kleinere Lancia Y) dagelijks binnenreden. Maar meestal blokkeerde hij ons in het weekend, of ’s avonds, als ik thuiskwam.

Edoch: gezien ik ’s avonds vroeg thuis ben, vertrek ik ’s ochtends ook vroeg; soms om 5u45, nooit later dan 6u10. En op een ochtend was het prijs hé: zijn wagen stond half voor de poort; ik kon er niet uit. Toen ben ik maar aan zijn bel gaan hangen, tot hij de deur kwam opendoen, en een beetje geambeteerd zijn wagen toch maar verplaatste. Ik heb het een keer vijf-zes moeten doen, en nu is hij precies geleerd (beter laat dan nooit): amaai, ik wist niet dat gij zo vroeg vertrekt zulle.

Of dat nu verzuring is, who knows. Maar sommige mensen gunnen u tegenwoordig het licht in uw ogen niet. Spijtig.