“Papa, een waarheidsminister, bestaat dat?”
-Nee jongen.
“En waarom niet?”
-Omdat de waarheid te moeilijk is.
“Papa, de waarheid, wat is dat?”
-De waarheid, die bestaat niet.
“En waarom niet?”
-Err.. wacht. Errr… de waarheid, is een interpretatie van feiten.
“…”
-Weet je wat dat is een interpretatie?
“Neen”
-En feiten?
“Neen”
-Interpretatie is een betekenis die je geeft aan een feit. En een feit, is een objectief waarneembare gebeurtenis.
“Maar papa, ‘objectief’ bestaat toch ook niet?”
(Ik ben laag gezonken.)