De titel is het antwoord op een vraag die mij een hele tijd geleden –telefonisch– werd gesteld. Dat antwoord maakt voor u niets uit (behalve misschien wanneer u de persoon bent waarmee ik toen converseerde), en de vraag eigenlijk nog veel minder. Maar er werd op dat moment een ‘ja’ of een ‘nee’ van mij verwacht, en in een poging –eerder dan gewoon mijn eigen gedacht te zeggen– te raden of de vraagsteller een ‘ja’ dan wel een ‘nee’ van mij verwachtte, bleef mijn antwoord even uit.
“Zeg dan iets”, volgde dan ook sneller dan ik (voor)bereid was te antwoorden, waarop ik dan weer niets originelers kon bedenken dan “iets” te antwoorden. (U mag stoppen met lachen. Of huilen. Bij mij zou het eerder dat laatste zijn, bij het lezen van een dergelijk cliché.) Waarmee ik maar wil duiden hoe weinig bij de pinken ik was. De rest van het gesprek verliep gelukkig zonder merkbare hinder van dat antwoord.
Het punt dat ik tracht te maken, is dat ik waarschijnlijk niet meteen de meest geschikte mens ben om (over bepaalde zaken) op telefonische wijze een snel én doordacht antwoord van te krijgen. Het liefste van al zet ik mijn gedachten op papier, kauw er nog een keer of tien op, en spuw ze dan in uw mailbox of op dit weblog of in een schrift (dat u dan weer niet te zien krijgt, maar enfin). Of ik ontmoet u graag voor een gesprek.
Hoe zit dat bij u? Staat u wel vaker met uw mond vol tanden? Of bent u een flapuit en ondervindt u daar maar weinig hinder van? Is telefoneren uw favoriete manier van communiceren? Of spreekt u de mensen ook liever zonder elektronische tussenkomst?
Telefoneren is inderdaad verschrikkelijk lastig bij momenten.
Vooral communiceren over relationele toestanden leidt gegarandeerd tot conflict.
Nee, voor mij enkel telefoon om af te spreken. Daarna kan er nog genoeg verdergepallaverd worden en kan je tenminste emotie en klank terzelfdertijd overbrengen door toedoen van de faciale expressies.
Ne man naar mijn hart zie.
Ik ook graag face to face + een compleet taboe op slecht-nieuws-toestanden over relaties via enig ander middel dan oog in oog.
Nu mijn vriendin de eerste helft van 2007 in Barcelona doorbrengt, leer ik het telefoongesprek wel stevig appreciëren. Het kost een cent, maar het is duizendmaal beter dan e-mailen/blogposten.
Sinds ik met haar geregeld aan de lijn hang, trekt die lijn zich door. Mensen die ik niet snelsnel kan zien door allerlei omstandigheden.
Ik zoek altijd een evenwicht: weegt het op om nog twee weken te wachten tot live contact of bel ik nu even, nu ik toch twee uur filestaan voor de boeg heb?
Nog zoiets: bellen in de auto. Heerlijk is dat!
Ah. Dit is een stokpaardje van me!
Telefoneren vind ik alleen handig en prettig met vrienden en familie: om elkaar even snel iets te laten weten, of om even bij te praten als je geen tijd hebt om echt af te spreken.
Maar voor zakelijke of praktische dinges met collega’s, diensten, vreemden: bah, yuk en beikes. Tijdens m’n werk onderbroken worden door een rinkelende telefoon, ik krijg er de kriebels van. En dan van die professionele verzoeken (bvb. om een lezing te komen geven) via de telefoon… grrrr. Ik wil er eerst even over nadenken, verdorie, en kan je me niet even een mail met *geschreven* uitleg sturen, zodat ik goed weet waar ik ja of nee tegen zeg?
Overleggen (zoals: informatie uitwisselen, vergaderen), dat doe je *echt* best face-to-face, ook al heb je maar een kwartiertje nodig.
Bah, en nog eens bah. De telefoon is een duivels apparaat.
Ik vind dat er dringend een nieuwe email-vs-telefoon-etiquette moet komen. Met de telefoon val je mensen lastig. Né.
Er is toch niks verkeerd met een telefoon? Ik bel alle dagen een kwartier of twintig minuten met mijn mama en papa. En ik heb een vijftal vrienden en vriendinnen die ik zo weinig zie dat het meeste contact via de walki-talki verloopt. Ik kan dan gemakkelijk een half uur volpraten en dat gaat heus niet allemaal over koetjes en kalfjes. Als je iemand zijn stem een beetje kent kan je daar bijna evenveel expressie uithalen dan uit een gelaatsuitdrukking, volgens mij.
Maar ik ben dan ook een vrouw, natuurlijk. 🙂
Ik moet eerlijk toegeven dat ik het nogaltijd zoveel makkelijker vind om iets uit te drukken door te schrijven.
Tegenover elkaar. Aan een cafétafeltje. Buiten is het nachelijk feestgedruis verstomd. Nog even en de eerste tram ratelt de straat binnen. Twijfelen tussen een single malt en een koffie. De hoge woorden zijn er al uit. En je glimlacht maar zo’n beetje naar elkaar. De blikken die elkaar dan vinden, zijn alles.
Als het ergens ongelooflijk druk is en er staat een rij wachtende voor je, is het vaak handiger en vooral sneller om de dame aan het loket even te bellen. Ze laat alles vallen en neemt haar telefoon op. Zowieso.
Toch een gekke hiërarchie: telefoon – face-to-face – e-mail.
Ik denk ook wel dat het van de context afhangt welk middel je gebruikt.
Dringende zaken: telefoneren. en dan daarna meer uitleg doormailen.
Minder dringend: mailtje.
Belangrijk: afspreken voor persoonlijk contact wanneer het beiden past.
Heel belangrijk: direct persoonlijk contact. Of bellen.
Prioriteiten en doelen: kwestie van te kiezen eh…
Om praktische zaken te regelen vind ik de telefoon wel zo handig. Vooral als er moet ingespeeld worden op het schema van de andere persoon. Er kunnen ettelijke mails gepasseerd zijn zonder concrete afsprak. Dan neem ik toch graag de telefoon met de volgende woorden in gedachte “let’s get this straight”.