Zaterdag vond de vijfde editie van het bluesfestival The Bluesstore plaats in Zele. Zele is de ‘hometown‘ van Tessa, en bovendien is het haar nonkel die het festival organisteert. Puur voor de fun, al zijn ze best bekend, zo heb ik me laten vertellen. We zeggen al een paar jaar dat we zeker komen kijken/luisteren, en voor dit lustrum konden we moeilijk ontbreken.
Voor de eerste keer vond het festival plaats in een tent aan de kerk van Zele. Er stonden drie groepen op het programma.
The South, een Belgisch-Nederlandse band rond de Antwerpse Janne Swolfs. Voornamelijk zuiderlijke blues (New Orleans), die een beetje afgestoft overkwam. Goed als opener.
Ze werden opgevolgd door Maxwell Street, een groep die twintig jaar geleden reeds werd opgericht, en daarmee meteen één van de pioniers in de Belgische Blueswereld werd. Chicagoblues. Yeah! Meer mijn stijl, en wat mij betreft het hoogtepunt van de avond. Wegens overlijden van een van de leden werd de bezeting nogal door elkaar gehaald, en waardoor, als ik mijn papiertje bekijk, slecht één van de oorspronkelijke leden nog mee op het podium stond (Marino Noppe).
Afsluiter waren the Blues-o-matics, die geheel de verwachtingen van hun naam inlosten. Ietwat commercieel, maar ze wisten behoorlijk de ambiance in de keet te brengen (houden). Een mengeling van rockabilly, cajun, hony-tonk en tex-mex, waaraan zelf Van Morrison niet wist te ontsnappen.
Niet geheel mijn ding, maar vooral Maxwell Street was zeker de moeite waard. En ik heb nog eens de kans gekregen om foto’s te nemen in andere dan de gewoonlijke omstandigheden: