Wanneer ik in een 16-jarig meisje was veranderd (en waarom hij niet op mijn verjaardagsfeestje was uitgenodigd), vroeg een bijdehandse twentysomething op de interne mailing lijst van Gentblogt. Ik had geïnformeerd naar de versheid van de nieuwste Kings of Leon, die ik gisterennamiddag in ontvangst was gaan nemen bij Adhese/Doggybites/Enchanté (waar Michel gaat werken).
Het eerste nummer (The End) bleek evenwel niet representatief voor de nieuwe plaat, maar wel voor het oude oeuvre(vandaar de titel misschien). Niet dat ik vertrouwd ben met de groep, behalve de naam en dat ene liedje dat ze ergens eens in één of ander VT4 of 2BE programma hebben gebruikt en dat gelijk als muzikale template werd gegrift op dat openingsnummer. Al hebben ze dan een ganse waslijst awards op hun wikipedia pagina.
Het is mijn genre niet, maar dat hoeft geen criterium te zijn. De muziek zit vol energie en meeslependheid, al is er duidelijk een formule te ontdekken in de manier waarop de liedjes in elkaar werden gestoken –dat geeft zo’n groep dan weer een identiteit natuurlijk. Live moet dit een heerlijk feest zijn; ik kan de fans op de eerste rij de teksten zo zien meeschreeuwen. En als ik eerlijk ben, zat het zestienjarig meisje in mij af en toe ritmisch mee te tikken op de muziek. “Zo’n popmuziek, dat is gelijk drugs”, zegt mijn muziekleraar mij dan (waarmee hij verder niets insinueert). “Dat zit vol power, met ritme alhier en melodie aldaar en dat stuwt zijn eigen voort.” Ik had het zelf niet beter kunnen zeggen.