iPhone GoPhone

Um, ja, het was hier niet betaalbaar, telefoneren via onze Belgische gsm provider. Misschien wel voor mensen wiens gsmrekening door de baas word opgepikt, of die hun eigen baas zijn (hey, die bazen kunnen dat toch inbrengen, dus waarom niet), maar wij vonden dat een beetje onzinnig. Vooral omdat we hier voornamelijk naar elkaar bellen met die gsm, of gebeld worden (ook dát kost geld als het via de Belgische provider moet), en dat wij voor onze telefoontjes naar de Heimat gretig gebruik maken van een excellent functionerende Skype.

Een van de eerste zaken die we in orde hebben gebracht, toen we tijdens ons eerste weekend University Village –de shopping mall aan de universiteit– bezochten, was ons het equivalent van een pay & go kaart aanschaffen. We gingen er langs bij at&t, omdat die hier goed vertegenwoordigd lijkt. GoPhone, zo heet dat plan, en het heeft twee opties, eentje waarbij u 1 dollar betaalt per dag dat u belt (en verder belt aan 10 cent per minuut, of gratis naar een ander mobieltje), of eentje waarbij u gewoon 25 cent per minuut betaalt. De eerste optie was goedkoper zodra we on any given day 8 minuten naar elkaar bellen, en als u mijn doktertje een beetje kent…

Daarnet vond ik dit in mijn newsreader: reclame voor GoPhone, door niemand minder dan Meat Loaf [via].

[youtube https://www.youtube.com/watch?v=o5YMVO7-8ns&hl=en]

Op en top Amerikaans.

Euh ja, dat van die iPhone uit de titel. In de Apple Store van de University Village hadden ze er geen meer op voorraad. Ik was van plan eventueel nog eens terug te keren, maar de afstand was mij iets te groot. Edoch, hier op Capitol Hill en in downtown hebben ze hopen at&t shops, en daar kan je hem net zo goed kopen, zonder dat ze er u een phone plan bij verkopen. Dat gaat allemaal via iTunes. Allez, zou allemaal via iTunes moeten verlopen, ware het niet dat dit in dertig seconden geklaard was. En die iPhone, dat was van moeten. Mijn iPod was al een tijdje kapot, en er komt een Nike+ voor de Touch en de iPhone. Maar vooral: mijn Belgische gsm wou niet werken op het Amerikaans netwerk. Niet gelogen! Serieus! Echt waar!

(Wie mij wilt bereiken stuurt mij een mailtje, en ik stuur u per kerende mijn gsmnr.)

teneinde (i)

Momenteel ben ik in vanalles een beetje verdwaald. ‘Vanalles’ zijnde de voorbereidselen voor on Grote Avontuur. Ganse lijstjes zitten in mijn hoofd, maar raken maar niet op papier; heelder zaken die nog moeten worden afgewerkt en bijgesteld en opgelost.

GSM-abonnement
Bij Mobistar hebben we een Family formule, waarvoor we zo’n 50 euro per maand betalen, en waarmee we over genoeg beltijd beschikken om naar elkaar en anderen te bellen en te SMS’en. Ik kan mij voorstellen dat die formule niet geldig is voor belmomenten in het buitenand, en ik kan mij nog beter voorstellen dat ik geen 50 euro per maand ga betalen voor iets wat we niet gebruiken. Ik denk dat ik eens van die Tariff Check dienst gebruik ga maken.

Telenet-abonnement
Zelfde verhaal als voor de GSM.

Krantenabonnement
Werd opgeschort van het vertrek tot de terugkomst.

Nutsvoorzieningen
Dat is heel gemakkelijk: als ge het niet gebruikt, moet ge er niet voor betalen. Dacht ik toch.

De post
De postwisseling zelf is niet meteen een probleem. Er zal hier bovendien gemiddeld meer activiteit zijn, dan wanneer wij zelf thuis zijn. We hebben een gans netwerk van vrienden en kennissen die regelmatig langskomen, potentiële inbrekers betrappen (al gaan we toch ook vakantietoezicht aanvragen), katten en vissen eten geven, de tuin bewerken, én de post van de vloer rapen. Aangetekende zendingen zullen dan maar moeten wachten. Rekeningen betalen is gemakkelijk: wat niet gedomicilieerd is, kan via internet banking.

vous ne buvez pas de vin

Ik word al een paar dagen geplaagd door een anonieme beller. Telkens ik opneem, en mijn vriendelijke vast-lijngroet uitspreek, hoor ik iemand aan de andere kant de adem inhouden, en toeleggen. Dat ze haar minnaars beter moet opvoeden, had ik gekscherend tegen Tessa gezegd, eergisteren.

Gisteren had ik evenwel prijs.

Bonjour, est-ce que je pourrais parler avec le docteur Tessa Kerre?

Oeps. Frans. Een schitterende taal, ik versta ze naar behoren en u kan mij zelfs met het occasionele geheel in het Frans opgestelde boek betrappen, maar ik kan het niet spreken. Sla mij gerust in het Nederlands (du-uh!) of het Engels om de oren, en ik zal u zonder enige aarzeling te woord staan, maar laat het Frans waar het hoort: in de boeken.

Oui. Euh. Non. Euh. Le docteur n’est pas là. Elle. Euh. Elle est à l’hospitâl. Euh. Où elle travaille. Euh.

Het blijft even stil. Hij hangt terug op, denk ik, wanneer hij plots alsnog een redelijk eloquent Frans over mij uitstort. Iets over Bourgogne en een bezoek aan België en dat wij toch ook Bourgondiërs zijn, en dat we dus wel goede wijn drinken toch, en of ik of –bij voorkeur– le docteur Kerre die meneer niet wil ontmoeten. In haar wijnkelder?

Ah bon,” daagt het mij, “vous vendez du vin?” Ik ben er mij zeer van bewust dat ik die mens moet vousvoyeren.

Het blijft weer even stil. Ik hoop maar dat ik hem niet beledigd heb. Maar neen, daar steekt hij opnieuw van wal. Dat wijn niet verkocht wordt, maar gesavoureerd, gesmaakt, gekoesterd. Ik moet hem onderbreken.

Désolé, monsieur, mais on ne boit pas de vin.

Nu blijft het niet zomaar stil. De verbazing is hoorbaar, en sijpelt bijna uit de hoorn van de telefoon. Hij onderdrukt een kreet.

Vous, vous, vous ne buvez pas de vin?”, slaagt hij er uiteindelijk in uit te brengen. “C’est donc vrai? Des gens comme vous, ils existent vraiment?

Hij blijft beleefd, en we nemen vriendelijk afscheid. Later op de dag word ik opnieuw opgebeld, en daarnet ook. Maar na mijn begroeting blijft het stil, en wordt de verbinding verbroken. Zou dat opnieuw mijn Franse wijnhandelaar zijn die hoopt le docteur Kerre zelf aan de lijn te krijgen om zich er van te vergewissen dat ook zij echt geen wijn drinkt?

(Verbeter gerust ook mijn geschreven Frans in de commentaar.)

eenvoudige aanrekening

Gisteren zat er een brief van Telenet in de bus. Och, de maandelijkse factuur, dacht ik. Enfin, één van de twee, want sedert wij onze telefoon, ons internet en onze digitale televisie bij Telenet gehuisd hebben, krijgen wij twee facturen. Eén voor telefonie, internet en flexview, en één voor digitale televisie. Don’t ask.

Edoch, niet getreurd, zo vertelt ons de brief.

Met uw Telenet Pack geniet u van onze producten in één handig pakket. Voordeliger en eenvoudiger!

Eenvoudige producten, een eenvoudige aanrekening
Ook de aanrekening willen we transpranter en eenvoudiger maken. Daarom vindt u de Flexviewkorting vanaf vandaag terug op uw aanrekening voor digitale televisie in plaats van op uw telefonie en internetaanrekening.

U krijgt nu dus een aanrekening die uw telefonie- en internetdiensten verzamelt, en een andere voor digitale televisie, inclusief de korting voor FlexView.

Erm… juist, ja. Even de logica ontleden. We hebben dus bij Telenet een pakket waarin de telefonie-, internet- en digitale-televisiediensten zitten, maar daar krijgen we wel twee facturen voor, die in een onbegrijpelijk gecompliceerde kluwen worden opgesplitst. De factuur voor de telefonie- en internetdiensten is bovendien gedomicilieerd, die voor de digitale televisie niet, waardoor ik elke maand ‘manueel’ 4,95 € moet overschrijven.

In dergelijke zaken ben ik waarschijnlijk naïef, maar was het niet nog eenvoudiger geweest om die twee facturen tot één factuur te bundelen? Alvast niet volgens G. De Pooter, Directeur Facturatiedienst van Telenet, die mij die brief toezond. Ik bedoel maar, aan die ene factuur van 4,95 € hangt ook een postzegel, die moet ook in een enveloppe gestoken worden, en daarvan moet ook nagegaan worden of ze betaald werd. Hoeveel zou er van die 4,95 € dan nog overblijven, vraag ik me even hardop af.

bloot

Na zowat een maand met de motor naar het werk te zijn getrokken, reis ik sinds gisteren weer met de trein. Dat is een hele aanpassing, want dat betekent o.a. dat ik bijna een uur vroeger moet opstaan, en dat ik niet langer het ontbijt met de madam en de zoon kan nuttigen. Vooral dat laatste speelt mij parten.

Het is ook veel hectischer, want wat ik de avond voordien niet heb klaargelegd of in mijn tas gestoken, moet in zeven haasten ’s ochtends nog worden bijeen gegraaid. Zoals de komkommer die ik gisteren in de ijskast ben vergeten. Of mijn GSM vandaag.

Drie keer ben ik vanochtend van helemaal beneden naar boven geklommen. Eerst tot mijn bureau op de tweede verdieping, dan naar de ijskast in de keuken op de eerste verdieping –waar ik vandaag wel mijn komkommer uit heb gehaald, en waarvan ik vreesde dat ik hem voor mij GSM had verruild– en tot slot naar de badkamer op de tweede verdieping. Waar ik niet ben geweest is de ‘kleedkamer’ op de derde verdieping, en op de trein was ik ervan overtuigd dat ik het onding daar had laten liggen.

Want hoewel ik niet meteen een fervent gebruiker ben van de mobiele telefoon –een ochtendlijke babbel met de madam en een paar smsjes volstaan al ruimschoots voor mij– voel ik mij toch niet ‘compleet’ als ik mijn keitje niet bij me heb. Een beetje bloot, maar dan met mijn kleren aan. Ik ben ervan overtuigd dat u mij begrijpt.

Gelukkig dacht ik eraan –eenmaal op het werk aangekomen– om toch maar eens mijn eigen telefoon te bellen. En voorwaar, helemaal onderaan in mijn tas lag mijn kei geëxciteerd te trillen.

ja

Tessa vergeet wel eens de berichtjes op het antwoordapparaat te wissen. Al moet ik niet te luid spreken, want ik houd mij meestal zover mogelijk van onze landlijn vandaan als enigszins kan. Wie mij nodig heeft, die belt maar naar mijn GSM. Of stuurt –bij voorkeur– een mailtje, of als het niet anders kan: een SMS.

Mijn afkeer is niet persoonsgebonden, maar heeft alles te maken met tijd. Tijd die ik liever niet kwijtspeel aan lange conversaties waarvan ik mijn gesprekspartner niet kan zien en die eigenlijk veel korter konden, of tijd die ik nodig heb om een meer overwogen beslissing te maken. (Ik zeg te rap ja of nee, als ik achteraf ontdek dat ik eigenlijk het tegenovergestelde had geprefereerd.) Kortom, last minute toestanden zijn aan mij niet besteed. Liever weet ik een tijd op voorhand wat er mogelijks staat te gebeuren, zodat ik mij mentaal een klein beetje kan voorbereiden. Alweer, dat is niet persoonsgebonden (ik zie u allemaal graag), maar ik heb veelal zelf die last minute nodig om zaken te kunnen afwerken. Als ik (op voorhand) weet dat ik weg moet, dan kan ik mij daarnaar schikken, maar anders heb ik die minuut nodig om een foto te bewerken, een power nap te nemen, of met Henri (of Tessa) te spelen. Het antwoordapparaat wordt dan ook duchtig gebruikt.

Daar Tessa in de USA zit (tiens, dat wist u nog niet waarschijnlijk) maak ik van de gelegenheid gebruik om hier en daar wat op te ruimen, ook digitaal. Dus luisterde ik met Henri naar de berichtjes, om ze één voor één te kunnen wissen.

“Ja, ’t is hier met opa hé…” –tuut, gewist.

“Ja, met oma N. ’t Is om te vragen…” –tuut, gewist.

“Ja, Tessa, met pepe hé. Zoudegij…” –tuut, gewist.

“Ja, u spreekt met X van Y. Ik bel om…” –tuut, gewist.

“Ja, ’t is met Z van dierenarts W. In verband met…” –tuut, gewist.

Er stonden vijftien berichtjes op. En alle vijftien, zonder één uitzondering, begonnen ze met datzelfde woordje.

Begint u uw bericht ook altijd bevestigend?

contact

Toen we vannacht thuiskwamen van een roodgetint feestje –waar we veel te vlug zijn weggeslopen– stond het bericht-icoontje op ons antwoordapparaat te knipperen. Dat icoontje stond blijkbaar al een tijdje te knipperen, want het ding bevatte een bericht van ergens gisterenochtend. Dat iemand een foto van mij had gezien op het internet, en wat de voorwaarden waren om die foto te mogen gebruiken voor bij een artikel. En dat het redelijk dringend was.

Zeer lovenswaardig –en dan heb ik het niet over het mogelijk gebruik van mijn foto, maar wel dat men mij tracht te contacteren over het gebruik ervan. De enige vraag die ik mij daarbij stel, is waarom men mij wil bereiken via mijn landlijn. Toegegeven, mijn mobiele nummer is niet zomaar te vinden.

Op zowat elke site waar ik publiceer vindt u evenwel een of ander e-mail adres waarop ik te contacteren ben, en dat met een veel hogere frequentie dan de voicemail van de landlijn wordt gechecked. Met uitzondering van mijn –verder ongebruikt, en tevens onbekend maar niet moeilijk te raden– gmail adres, krijg ik mijn e-mail op werkdagen onder mijn neus geduwd zodra het bericht in mijn inbox binnenkomt. En als u die foto dan toch op dat internet vindt, waarom stuurt u dan geen mailtje?

public [at] volume12 [punt] net –het staat op elke pagina van deze site, en op mijn flickr profile. Sneller dan mijn landlijn, en op werkdagen vaak sneller dan mijn GSM.

een groot gemak

Het najaar is op velerlei manieren ingezet. De nieuwe cultuurseizoenen zijn gestart, en de zomerseries ei zo na van het scherm verdwenen en vervangen door de nieuwe hits. Combineer beide, en u beschikt hopelijk over een goed functionerende videorecorder.

Bij ons thuis worden voornamelijk mijn programma’s opgenomen. Niet omdat mijn madam van mij de hare niet zou ‘mogen’ opnemen, maar wel omdat (1) ik ’s avonds meer van huis ben dan zij en (2) ik wéét hoe je de videorecorder moet instellen. De video is ondertussen behoorlijk versleten –dat hebt ge nu eenmaal met die analoge opnametoestanden– dus hebben we ons laten verleiden door de Telenet Digicorder. Mét Flexview.

Niet vergelijkbaar met VHS/bijzonder tevreden over:

  • de kwaliteit van de opnames: toen ik aan de verkoper vroeg of de opnames beter waren, verkondigde hij vol trots dat het DVD kwaliteit was. Juist ja, dacht ik. Juist ja! zag ik toen ik de eerste opnames bekeek. Digitale televisie geeft écht wel een betere kwaliteit (op voorwaarde dat je TV het verbeterde signaal aankan –in ons geval: RGB).
  • het gebruiksgemak: TV-Gids openen, in het overzicht je programma selecteren, twee keer OK duwen, en voila: geprogrammeerd.
  • de flexibiliteit (1): ’t is half acht, Henri moet in zijn bed, maar mijn serie is net bezig. Geen probleem, eventjes op pauze duwen, op ’t gemak Henri in bed steken, een glas cola light halen, e-mail checken, en terug verder kijken.
  • de flexibiliteit (2): gisteren te lang achter de computer blijven zitten, zodat ik pas tegen het einde van The Unit in de buurt van de TV kwam. Geen nood: even terugspoelen (de zender stond wel op het juiste kanaal natuurlijk), en terwijl de rest automatisch wordt opgenomen, kijk ik rustig van het begin.

Bovendien is Flexview momenteel drie maand gratis (daarna: 4,95 EUR), al ben ik meteen overgeschaked naar het Standard Pack dat Telenet sinds kort aanbiedt. ExpressNet + FreePhone + Flexview (ofte: internet, telefonie en digitale televisie) voor de ronde prijs van 50 EUR per maand (18,80 EUR per maand voordeel). Voor internet en telefonie alleen, betaalden we al meer dan dat, nu dus minder én we krijgen er nog eens Flexview gratis bovenop. Een mooie deal.

(Met dank aan Claus Kritsel, die het een tijdje geleden al had over de toen mysterieuze telenet triple play.)