In de rapte

We hebben twee uur rondgelopen op de solden, vandaag, terwijl Henri bij vriend S. was gaan spelen. We hebben ons beperkt tot de aanschaf van een vier Iittala glazen (telkens in een andere kleur), die hier thuis in de loop van het voorbij jaar zijn gesneuveld (één door Tessa, één door mij, en jawel: één door Henri –niet tegelijk, nee). De winkel waar ik eigenlijk wou binnenstappen, was gesloten (voor inventaris), en voor de rest was er gewoon te veel volk.

Voor de rest worden hier verrassend veel gezelschapspelletjes gespeeld, de laatste tijd. En is Henri zot van de Neocube die hij van zijn meter N. heeft gekregen voor zijn nieuwjaar.

Ik heb de solden overleefd

Het viel goed mee. Normaal gezien voel ik mij gelijk die meneer die ze op het nieuws hebben getoond, en die samen met zijn zoontje buiten in de koude zit te wachten tot ‘zijn vrouwke’ uit de winkel terugkomt. Vandaag ben ik in elke winkel mee binnen geweest –behalve dan die waar ze uiteindelijk heeft gekocht, omdat ik toen naar Henri zat te kijken die wilde capriolen neerzette op de ijspiste boven het speciaal daarvoor opnieuw dichtgegooide Braunplein. En ik heb mij –dik tegen mijn natuur in– op geen moment druk gemaakt.

Er was een klein probleempje met de soepbedeling in de Vooruit, waar men ons na een klein uur wachten wist te vertellen dat de soep op was. Maar ik was zo verheugd om het feit dat het ganse Vooruit café nu rookvrij is, dat zelfs dat geen domper op de pret kon zetten.

Zelf heb ik niks gekocht, wel verlangend naar een tas gekeken en een jas gepast; Henri heeft een spelletje gekocht, en een hemd gekregen; en Tessa heeft zopas een minimodeshow gehouden met haar buit. Soldendrukte? Niks van gemerkt.

griep on sale

Het griepseizoen groeit zo stilletjesaan naar een climax. In een vlaag van idiotie ben ik vanochtend met het openbaar vervoer naar het centrum getrokken, op zoek naar solden.

Met het openbaar vervoer. Tijdens het griepseizoen. Jaja.

Geniepig was de hele tram zichzelf aan het begluren, en toen één onverlaat niet langer een hoestbui kon onderdrukken –hij zat al tien minuten zacht te schokken– sloeg de rest eerst vol argwaan en vervolgens met afgrijnzen de diepe en aanslepende roffel gaande. Of de man er bij de volgende halte echt af moest weet ik niet, maar onder afkeurende blikken koos hij toch maar voor een aftocht.

Veel solden heb ik niet gevonden, of ben ik de enige die een jeans van 80 euro niet echt solden vindt. En dat was al mét 50% korting. Bijna kocht ik mij nog een steelpan (in een andere winkel), maar de pan die ik op het oog had was enkel beschikbaar in een set (van 900 naar 700 euro gereduceerd weliswaar), en de alternatieven hadden ofwel geen steel ofwel een te groot volume. Dat doet er mij aan denken dat ik nog altijd iets over pannen moet schrijven.

Een kale reis dus, maar dat is goed voor de portemonnee. (Zolang het maar niet slecht is voor de gezondheid.)

solden!

“Liefje,” vermeldde ik langs mijn neus weg en in allerbeminnelijkste stem, “ik ga vandaag eens naar de solden, denk ik. Ik heb een winterpull nodig.” Mijn nieuwste winterpull dateert van twee-drie jaar geleden, ondanks (minstens) jaarlijks aanhoudend aandringen van datzelfde liefje.

Iederéén was blij, dit weekend, toen ik beslist had om niet naar de solden mee te gaan, maar mijn zaterdagochtend lopend te spenderen. De tram zat vol, de straten liepen vol, de winkels zaten vol, en één keer dat woordje vol is voor mij al —pardon the punvoldoende om het stressniveau de hoogte in te jagen.

Gisteren ben ik om een aantal redenen niet naar het centrum getrokken, niet in het minst omdat ik vreesde dat vele koopjesjagers een verlengd weekend hadden genomen om –zo hoopten zij dan– een rustige soldendag tegemoet te gaan. Mij zouden ze niet liggen hebben.

Dus trok ik vandaag het centrum in, na eerst mijn andere boodschappen hier in de buurt te hebben afgewerkt. Daarna Vooruit in voor een snelle lunch, en toen was het plots 14 uur, en moesten de winkels wel leeg zijn. Het was tenslotte een werkdag.

Eerste halte was: Bilbo. Drie cds voor minder dan 9 euro (per stuk). Tweede halte was: Katherine Bouckaert. Twee handdoeken en één pan. Derde halte was: de tramhalte. Ofte: ik ga naar de solden, en keer terug met een pan. Die dingen komen zelden in afslag (20%), en zeker de vijf sterren braadpannen van Demeyere. Content dat ik ben!

Pulls? Welke pulls?

10 zinnen en een foto

“En vandaag gaan we naar de stad”, declareerde Henri toen hij vanochtend naar beneden kwam. “Ik heb gisteren nog eens naar die nieuwe Lego’s gekeken, en ik zou wel eens willen zien of er al binnengekomen zijn. Nee nee, papa, ik weet het, ik mag niks kopen.”

En wat kan ik daar dan tegenin brengen. Bovendien moest ik zelf ook naar het centrum, een ontwikkeld en gescand rolletje tmax afhalen bij Dirk.

“We zullen gaan eten ook,” vulde ik hem aan, “en kijk, ik zal aan oma N. vragen of ze mee wil.” We gingen beginnen in de Fortisbank aan de Zuid (geld tanken, u weet wel). Vandaar naar de Barista om een koffie, en dan om de foto’s en onderwijl een speelgoedwinkel.

Edoch, de eerste halte werd de Fortis in de Zonnestraat, want daar is de krantenwinkel (Henri krijgt elke week de Donald Duck), en van daaruit ging het natuurlijk naar de speelgoedwinkel in de Volderstraat (ex-Christiaensen); de ijspiste (wat een volk, zo ’s ochtends redelijk vroeg); en de Fotoshop. Alweer een speelgoedwinkel (naast de Fotoshop, ook al ex-Christiaensen), en snel (*kuch* alles is releatief) bij Rogge binnen (een pyrex maatbeker en een bloemschepje voor 14 euro, en de winkelmeneer was er zeer malcontent –op het onvriendelijke af– dat ik ‘maar’ zoveel geld bij hem ‘wou’ uitgeven). Langs de Vrijdagmarkt, naar de Langemunt om bij Bart Smit langs te gaan.

Aan de Korte Munt gingen we langs bij Timmermans, waar het zeer deftige solden zijn overigens. Wie in een sacoche geïnteresseerd is springt daar best eens binnen, want ze gaan daar tot -70% voor wreed schoon gerief. Denk ik toch, want ik ben geen vrouw natuurlijk. Ze hadden ook wreed schone (en oermannelijke) pennen aan -50%. Niet dat ik er een gekocht heb, want dat ging nog steeds té ver over mijn huidige budgetallocatie (en ze hadden geen moleskines in de solden). Maar ik dwaal af.

Lunch in de Progrès, waar ik zonder de minste aarzeling voor de twee filet mignons heb gekozen, die van het meest malse koebeest moeten zijn afgesneden. We hebben er voor geen geld gegeten (enfin, Henri en ik al helemaal niet, want oma N. was zo lief ons te trakteren). De Veldstraat door om bij Bloch koffiekoeken te halen, de tram op, en naar huis.

Voor wie het nog niet door had, het zijn solden, en de straten zitten overal eivol. En nee, het zal er morgen *niet* beter op worden.

Als ge nog 10 zinnen en een foto of twee bijzet hebben we een artikel, zei iemand op de (interne) mailing lijst van Het Project toen ik een summiere versie van bovenstaand relaas doorstuurde. Alsof ik zo zot zou zijn om van die drukte foto’s te maken.