Met de trein naar Bokrijk

De trein is altijd een beetje reizen. Henri vraagt al sinds de jaarwisseling om (nog) eens naar Bokrijk te reizen. De laatste keer zal zo’n acht jaar geleden zijn, toen we nog lentes en zomers hadden en ik niet met Henri thuis (binnen) wou blijven zitten terwijl Tessa van wacht was. Dus hadden we gisteren tickets online besteld (ik) en in het station zelve gekocht (Tessa), toen bleek dat de daguitstap naar Bokrijk niet via de site van de NMBS te koop werd aangeboden.

Bokrijk door Bruno Bollaert

De trein vertrok om 8.24 u. en zou ons met één overstap (in Leuven) tegen 10.39 u. in Bokrijk brengen. Er was ook een rechtstreekse trein, maar die vertrok om 8.08 u. en die kwam op hetzelfde moment in Bokrijk aan. Het ging inderdaad over dezelfde trein, een boemeltrein, waar we dan pas in Leuven zouden op overstappen van onze snellere trein. Behalve dan dat die trein niet sneller was, maar een vertraging had opgelopen van maar liefst 17 minuten, waardoor we in Leuven een uur op de volgende trein naar Bokrijk hebben moeten wachten (aankomst aldaar: 11.39 u.).

Bokrijk door Bruno Bollaert

Ondertussen bleek Henri ziek te zijn, en zienderogen ook zieker te worden. Tegen half één heb ik mij met hem in één van de weides gelegd (onder een prachtige lindeboom), terwijl Tessa naar de Sixties-tentoonstelling trok. Het masterplan was om pas tegen een uur of zes de trein terug naar huis te nemen, maar hij was zo ziek, dat we nog rap iets hebben gegeten (Henri hield het bij een rijstpapje), en de trein van 15.21 u. naar Gent hebben genomen.

Bokrijk door Bruno Bollaert

De rechtstreekse trein deze keer, zodat we wel degelijk snel thuis zouden geraken. Behalve dan dat deze trein ook weer bijna twintig minuten vertraging had, waardoor we er bijna drie uur over hebben gedaan om van Bokrijk terug in Gent te geraken.

39,1° biepte de thermometer, ocharme de jongen.

wiegelied

“Excuseer, is deze plaats nog vrij?”

Hoewel ik een duidelijk lege plaats naast mij had –jas en tas op het bagagerek gestapeld– en met de dopjes van mijn iPod in de oren zat, bleef de mevrouw op net de goede afstand van mijn zitje staan. Ik schrok voorwaar. Normaal gezien komt de gegadigde net niet tegen mijn benen schurken, om mij verder stilzwijgend aan te staren in de hoop dat ik plaats zou maken. Al vangt u bij mij bot met dergelijke houding.

Niet deze mevrouw. Ze glimlachte vriendelijk, en het koste dan ook geen enkele moeite om de glimlach te retourneren. Ik stond op om haar de toegang tot de vrije plaats te vergemakkelijken.

“Jawel hoor. Gaat u alstublieft zitten.”

Net op tijd overigens, want ze had maar net plaats genomen, of het gangpad in de trein naar Maastricht slibde dicht. Rechts van mij ondernam een wat oudere mevrouw wanhopige pogingen om de afgesloten deur naar de treinbestuurder te openen.

“Ik vrees dat u helemaal aan het begin van de trein zit, mevrouw,” probeerde ik, “en dat u hier niet verder kunt.”

Maar dat hielp niet veel. Ze bleef halsstarrig aan de deur frutselen, en noch ikzelf, noch onze medepassagiers konden haar van haar intentie afbrengen. Enkel toen de conducteur eventjes de deur van de andere kant opende om te zien wat er aan de hand was, haar diets maakte wat wij al tien minuten probeerden, en vervolgens de deur weer dichtschoof, staakte ze haar pogingen.

Nu de rust in de wagon herwonnen was, zette de vrouw haar tassen neer op het gangpad, keek even naar het meisje dat op de grond aan mijn voeten lag, en vouwde de metro open. (Goed, het meisje lag niet echt aan mijn voeten, maar had –net als het gros van de andere gangpadbewoners– ervoor geopteerd op de vloer te gaan zitten. Ik moet er toch maar eens op letten deftiger geschoeid aan de werkdag te beginnen.)

De metro werkte duidelijk inspirerend, want de vrouw kon geen artikel ver zijn, toen ze zachtjes begon te wiegen. Eerst bleef het nog bij een subtiel heen en weer geschommel dat men kon houden voor het opvangen van het ritme van de trein, maar naarmate ze in haar krant vorderde werd het steeds nadrukkelijker. Ook het meisje aan mijn voeten keek op én de mevrouw naast mij én de mevrouw aan de andere kant van het gangpad. Bij het wiegen hoorde bovendien nog een hymne, waarvan de tekst ontleend was aan de krant, zo hadden wij snel door. Maar daar was de vrouw zich niet van bewust.

Even nog dacht ik dat ze als een mystica het hogere genot ambieerde, tot ik haar in Brussel Zuid wel bijzonder prozaïsch waggelend naar de uitgang zag begeven. Maar er moet toch iets aan de hand geweest zijn, want toen de treindeuren zich sloten stond ze nog steeds in de trein. Met haar metro in de hand heeft ze zichzelf dan verder gewiegd tot in Centraal, waar ze willens nillens met de massa mee de trein heeft verlaten.

ex-collega J.

Gisteren nog, tijdens de grote vertraging, werd ik aan de andere kant van het gangpad geflankeerd door een geheel in het roze getooide juffrouw, die ooit nog beter bekend was geweest dan nu met de zwart getooide juffrouw tegenover haar. Miss Pink heeft gedurende de lange rit voortdurend over zichzelf, haar liefdes, films, series, en haar andere interesses en problemen zitten babbelen (tiens, een beetje gelijk ik dat hier doe), met Miss Black in een voornamelijk luisterende rol.

Vandaag was het mijn beurt. Naast mij kwam ex-collega J. zitten (op de enige plaats die in de wagon nog vrij was –over toeval gesproken). Ik heb met J. een paar jaar samengewerkt op mijn vorige job, en ze was altijd heel sympathiek. Ze heeft uitvoerig gepraat over hoe het er nu aan toegaat –en dat blijkt bijna geheel onveranderd te zijn aan hoe het was toen ik er ook werkte. En nu ik erover denk is dat heel vergelijkbaar aan hoe de zaken hier gebeuren. De ene lobbygroep is duidelijk de andere, zelfs al bestrijken ze heel verschillende domeinen.

Het was leuk om J. nog eens te zien, en de vertrouwde roddels over de vertrouwde mensen te horen. Dat ze het soms (vaak) nog over me hebben, en dat het internet (niet het extranet) nu een grote soep is. En dat ze veel reist voor het werk, en een huis gekocht heeft, en een promotie heeft gekregen (dat zat eraan te komen, en was heel verdiend, merkte ik op).

J. ging eraf in Centraal, met de belofte iedereen de groeten te doen, en de hoop dat we elkaar nog wel eens zouden tegenkomen, op de trein of zo. Zouden mijn medepassagiers –net zoals ik gisteren– haar verhaal vanochtend ook zo aandachtig hebben gevolgd?

met vertraging

Met een uur vertraging ben ik vandaag op het werk aangekomen. Er was iets met een of ander onderdeel van een of andere trein richting Brussel, waardoor ze zowat allemaal ietwat vertraging hebben opgelopen.

Mijn trein van 6u53 was er pas rond 7u30. Die naar Tongeren van 7u01 was vijf minuten daarvoor gepasseerd, maar die zat eivol. Die van 7u15 naar Schaarbeek was er tegelijkertijd, maar kreeg voorrang bij het vertrek. In Zuid bleef de trein naar Maastricht –die ik elke dag neem, en vandaag dus zo’n 37 minuten vertraging had– langer dan normaal stilstaan. Het duurt daar altijd eventjes, want er dient vanalles te worden gewisseld. Zuid is het eindstation voor die trein, maar eigenlijk verandert hij daar gewoon van nummer, en rijdt dezelfde trein door naar Centraal, Noord, en verder naar Maastricht (reizigers opgelet: deze trein stopt niet in Leuven).

Na een ruime vijf minuten klinkt de stem van de conducteur door het PA systeem: beste reizigers, ons werd zopas door Station Brussel Zuid meegedeeld dat deze trein geen toestemming heeft om te vertrekken. De eerstvolgende… Maar wat de eerstvolgende was, werd overstemd door het gemonkel van mijn medereizigers, die als één man rechtstonden om alleen zo snel mogelijk de uitgang te bereiken.

Om 8u49 was ik op het werk ingelogged. Exact één uur later dan gewoon. Ik ben gewoon één uur van mijn dag kwijt. En hoewel ik mij langs geen kanten heb druk gemaakt tijdens de reis zelf (dat heeft toch geen enkel nut), sta ik nu met alles minstens één uur achter.

Dan had ik dat uur toch liever slapend doorgebracht (ik ben pas gaan slapen om 2u15).

treinglijden (bis)

Het scheelde hooguit een paar minuten, maar ondertussen sta ik al vijf minuten vroeger op (6u10 ipv 6u15) om de trein van 6u53 te halen. Ik ben dan wel veel te vroeg in Noord, maar dan heb ik tenminste tijd om op mijn gemak een voorraad clementijnen in te slaan, en toch nog (iets) voor acht uur op het werk te zijn (vroeger op het werk toekomen heeft geen nut, want de uren tellen maar vanaf acht).

Extra pech natuurlijk sinds gisteren, met de brand in het tractieonderstation van Brussel. Mijn trein had toen ongeveer tien-twintig minuten vertraging, en vanochtend was het al niet veel beter. De 6u53 naar Maastricht vertrok uit Gent Sint-Pieters met 17 minuten vertraging –en dan mag ik al blij zijn dat hij überhaupt reed; er werden maar liefst 19 piekuurtreinen afgeschaft. De betreffende trein zat dan ook stampvol —als sardienen in een blik was wel heel erg van toepassing– en sommigen hebben het daar wel heel lastig mee.

Verschrikkelijk grappig: voor een keer stond ik op de goede plaats te wachten, pal aan een deur toen de trein stopte. Helaas weigerde net die deur dienst, waarop ik in schaterlachen ben uitgebarsten. Een ongewoon gevoel voor humor, want rondom mij werd meer gevloekt en gezucht dan meegelachen. Ik diende mij zelfs niet te verplaatsen, want ik werd gewoon meegezogen met de stroom mensen die, eendrachtig als een school vissen, naar de deur van de andere wagon vloeide.

De uiteindelijke vertraging viel (voor mij dan toch) best mee, want om 8u05 was ik op het werk ingelogged en wel. De trein is altijd een beetje reizen, toch?

(Blijkbaar worden er ook vanavond treinen afgelast, maar op de site van de NMBS is daar niks over terug te vinden. Weet iemand meer?)

treinglijden

Het scheelt hooguit een paar minuten, maar ik heb zo het gevoel dat mijn ganse dagindeling om zeep is. Mijn trein van 7u08 is niet meer. Ik vermoed dat hij nu om 7u12 rijdt, maar ik heb het nog niet proefondervindelijk onderzocht. De 6u56 is er immers ook niet meer, die komt nu pas om 7u01. Dus heb ik gisteren de trein naar Tongeren genomen, waar het vechten is om een plaatsje. Al is die trein pas uit Gent vertrokken rond 7u08 zodat ik op ongeveer hetzelfde tijdstip als anders ten kantore toekwam.

Vanochtend stond ik opnieuw paraat, maar was ik blijkbaar nog iets vroeger vertrokken, want ik stond reeds rond 6u59 op perron 10, alwaar zich (nog steeds) de trein naar Brussel Zuid en Maastricht bevond van 6u53. Dus heb ik die maar genomen. Met als resultaat dat ik om 7u37 reeds in de hal van Noord rondwaarde.

Hoe het ’s avonds zit, weet ik nog niet echt. Gisteren was het druk op het werk, dus heb ik een trein (of drie) later moeten nemen. Normaal gezien is dat de P-trein van 16u56, maar die heb ik niet gezien, wel die naar Oostende, en die zat net zo eivol als die ’s ochtend naar Tongeren (nog eivoller eigenlijk). Ik vermoed dat mijn trein van 16u14 nu de trein van 16u15 geworden is, anders is het wachten tot 16u23. Zolang ik maar op tijd ben om Henri op school af te halen (rond vijf uur).

Al bij al valt het nog mee, denk ik. Zolang ik mijn uren maar kan kloppen zonder daartoe elke dag als een sardine in de ochtendspits te zitten.

trein/vakantie

Hoewel de laatste week –of zelfs twee weken– van augustus eigenlijk opnieuw een normaal woon-werkverkeer kent, houdt de NMBS halsstarrig vast aan de vakantieregeling. Dat resulteert niet meteen in een wijziging van het uurrooster in de spits, maar wel in het aantal wagons dat tijdens die spits aan de locomotief wordt gekoppeld.

Mijn ochtendtrein moet het met minstens één wagon minder stellen –en naar ik vermoed zelfs twee– en dat zorgt tegenwoordig voor een overbevolking. Gezien het niet zo opperbeste weer ben ik niet meteen geneigd om de motor van stal te halen. Het ziet er bovendien niet naar uit dat het dra beter wordt:

Er komt voorlopig geen eind aan het wisselvallige zomerweer die (sic) bij momenten eerder aan herfst doet denken. [bron]

Overbevolking is natuurlijk één zaak, maar als je daar op je nuchtere maag een palet van misselijkmakende geuren moet bijnemen, dan wordt het toch iets van het goede te veel. Ik kan nog begrip opbrengen voor een lijfgeur ’s avonds –na de fysiek afmattende arbeid die wij desk jockeys moeten verzetten– maar om zeven uur ’s ochtends?

Soit, nog drie ritjes, en we hebben weer vakantie. Al denk ik er sterk aan morgen toch maar de motor te gebruiken. Immers, volgens onze vrienden van het KMI wordt de beste dag van de week […] waarschijnlijk woensdag.

dju toch

Vanochtend in al onze haasten waren we, sorry, was ik, mijn treinabonnement vergeten. Ik had mijn fotorugzak meegenomen, en daarin enkel mijn portefeuille, mijn sleutels, mijn GSM, en een pak zakdoeken van mijn werktas getransfereerd, maar niet mijn maaltijdcheques (geen ramp) noch mijn abonnement. Zo stelde ik vast toen we ons comfortabel op onze vierzit hadden geïnstalleerd en de treindeuren op perron 9 zich sloten. Natúúrlijk kam er een controleur langs.

– Excuseer, meneer, ik ben mijn abonnement vergeten. Ik heb een dag verlof, en het zich nog in mijn werktas, en ik heb er echt niet meer aan gedacht, en…

“En uw identiteitskaart en zo meneer, hebt u die wel bij?”

Shit, dacht ik, terwijl ik mijn portefeuille bovenhaalde.

“’t Is goed hoor meneer, ik ben niet van plan om iemand op mijnen boek te zetten vandaag. Prettige dag nog verder.”

En weg was hij. Zeg nog eens dat ze niet vriendelijk en begrijpend zijn bij de NMBS.